Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. substituut:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor substituut (Nederlands) in het Engels

substituut:

substituut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de substituut (remplaçant)
    the substitute; the stand-in; the deputy; the delegate
  2. de substituut (invalster)
    the substitute

Vertaal Matrix voor substituut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delegate remplaçant; substituut afgevaardigde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber; plaatsvervanger; representant; vertegenwoordiger; zaakgelastigde
deputy remplaçant; substituut afgevaardigde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; hulpkracht; invaller; noodhulp; plaatsvervanger; representant; vertegenwoordiger
stand-in remplaçant; substituut hulpkracht; invaller; noodhulp
substitute invalster; remplaçant; substituut herstelling; hulpkracht; invaller; noodhulp; omwisseling; plaatsvervanger; remplaçant; representant; reservist; substitutie; surrogaat; verruiling; vertegenwoordiger; vervangend middel; vervangend product; vervanger; vervanging; vervangingsmiddel; verwisseling; wissel; wisselspeler
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delegate afvaardigen; delegeren; deputeren
substitute aflossen; invallen; invallen voor iemand; remplaceren; vernieuwen; vervangen; verwisselen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
substitute loco-; plaatsvervangend; waarnemend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deputy adjunct; loco-; plaatsvervangend; waarnemend