Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. target:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor target (Nederlands) in het Engels

target:

target [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de target
    the quota
    – A revenue objective specified as a monetary amount that has been assigned to a salesperson for a specified fiscal period. 1
    • quota [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor target:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
quota target aandeel; bijdrage; contingent; inbreng; kiesdeler; quota; quotum

Wiktionary: target

target
noun
  1. purpose or objective