Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tij:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tij (Nederlands) in het Engels

tij:

tij [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het tij (getij; getijde)
    the tide; the water levels

Vertaal Matrix voor tij:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tide getij; getijde; tij
water levels getij; getijde; tij waterpeilen; waterstanden

Verwante woorden van "tij":

  • tijen

Wiktionary: tij

tij
noun
  1. periodic change of sea level

Cross Translation:
FromToVia
tij tide Tide — regelmäßig wechselndes Steigen und Fallen (Flut und Ebbe) der Weltmeere
tij tide marée — Mouvement d’ondulation de la surface de la mer, provoquant une baisse et une hausse de son niveau