Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. uitzonderen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitzonderen (Nederlands) in het Engels

uitzonderen:

uitzonderen werkwoord (zonder uit, zondert uit, zonderde uit, zonderden uit, uitgezonderd)

  1. uitzonderen
    to except
    • except werkwoord (excepts, excepted, excepting)

Conjugations for uitzonderen:

o.t.t.
  1. zonder uit
  2. zondert uit
  3. zondert uit
  4. zonderen uit
  5. zonderen uit
  6. zonderen uit
o.v.t.
  1. zonderde uit
  2. zonderde uit
  3. zonderde uit
  4. zonderden uit
  5. zonderden uit
  6. zonderden uit
v.t.t.
  1. heb uitgezonderd
  2. hebt uitgezonderd
  3. heeft uitgezonderd
  4. hebben uitgezonderd
  5. hebben uitgezonderd
  6. hebben uitgezonderd
v.v.t.
  1. had uitgezonderd
  2. had uitgezonderd
  3. had uitgezonderd
  4. hadden uitgezonderd
  5. hadden uitgezonderd
  6. hadden uitgezonderd
o.t.t.t.
  1. zal uitzonderen
  2. zult uitzonderen
  3. zal uitzonderen
  4. zullen uitzonderen
  5. zullen uitzonderen
  6. zullen uitzonderen
o.v.t.t.
  1. zou uitzonderen
  2. zou uitzonderen
  3. zou uitzonderen
  4. zouden uitzonderen
  5. zouden uitzonderen
  6. zouden uitzonderen
en verder
  1. ben uitgezonderd
  2. bent uitgezonderd
  3. is uitgezonderd
  4. zijn uitgezonderd
  5. zijn uitgezonderd
  6. zijn uitgezonderd
diversen
  1. zonder uit!
  2. zondert uit!
  3. uitgezonderd
  4. uitzonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

uitzonderen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. uitzonderen
    the excepting

Vertaal Matrix voor uitzonderen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excepting uitzonderen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
except uitzonderen buitensluiten; uitsluiten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
except behalve; buiten; met uitsluiting van; tenzij; uitgezonderd
excepting behalve; buiten; met uitsluiting van; tenzij; uitgezonderd

Wiktionary: uitzonderen

uitzonderen
verb
  1. buiten een bepaalde regel plaatsen
uitzonderen
verb
  1. to exclude

Cross Translation:
FromToVia
uitzonderen dispense; distribute; give out; exempt; excuse; administer dispenserexempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose.
uitzonderen except; exclude excepterdésigner une personne ou une chose comme n’étant pas comprendre dans un nombre, dans une règle ou dans une situation où il sembler qu’elle devoir l’être.
uitzonderen exempt; except; exclude exempterrendre exempt, affranchir de quelque chose.