Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vakwerk (Nederlands) in het Engels

vakwerk:

vakwerk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vakwerk (vakmanschap; vakarbeid)
    the craftsmanship
    – skill in an occupation or trade 1
    the expertise
    – skillfulness by virtue of possessing special knowledge 1
    the skilled labour
    the skill
    – an ability that has been acquired by training 1
    • skill [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het vakwerk
    the professional job

Vertaal Matrix voor vakwerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
craftsmanship vakarbeid; vakmanschap; vakwerk
expertise vakarbeid; vakmanschap; vakwerk deskundigheid; geleerdheid; kennis van zaken; vakbekwaamheid; vakkennis; vakkundigheid
professional job vakwerk
skill vakarbeid; vakmanschap; vakwerk behendigheid; bekwaamheid; deskundigheid; ervaring; handigheid; kennis van zaken; kunde; kundigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; praktijk; routine; truc; vaardigheid; vakkundigheid
skilled labour vakarbeid; vakmanschap; vakwerk

Verwante woorden van "vakwerk":

  • vakwerken