Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verdiept (Nederlands) in het Engels
verdiept:
-
verdiept (ingespannen; geconcentreerd)
concentrated; intently; strenuous; with concentration-
concentrated bijvoeglijk naamwoord
-
intently bijwoord
-
strenuous bijvoeglijk naamwoord
-
with concentration bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verdiept:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| concentrated | geconcentreerd; ingespannen; verdiept | geconcentreerd; op één punt gericht; van sterk gehalte |
| strenuous | geconcentreerd; ingespannen; verdiept | inspannend; veeleisend |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| intently | geconcentreerd; ingespannen; verdiept | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| with concentration | geconcentreerd; ingespannen; verdiept | geconcentreerd; op één punt gericht |
verdiept vorm van verdiepen:
-
verdiepen
Conjugations for verdiepen:
o.t.t.
- verdiep
- verdiept
- verdiept
- verdiepen
- verdiepen
- verdiepen
o.v.t.
- verdiepte
- verdiepte
- verdiepte
- verdiepten
- verdiepten
- verdiepten
v.t.t.
- heb verdiept
- hebt verdiept
- heeft verdiept
- hebben verdiept
- hebben verdiept
- hebben verdiept
v.v.t.
- had verdiept
- had verdiept
- had verdiept
- hadden verdiept
- hadden verdiept
- hadden verdiept
o.t.t.t.
- zal verdiepen
- zult verdiepen
- zal verdiepen
- zullen verdiepen
- zullen verdiepen
- zullen verdiepen
o.v.t.t.
- zou verdiepen
- zou verdiepen
- zou verdiepen
- zouden verdiepen
- zouden verdiepen
- zouden verdiepen
diversen
- verdiep!
- verdiept!
- verdiept
- verdiepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verdiepen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| deepen | verdiepen | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; uitdiepen; verhevigen; versterken |
| make more profound | verdiepen |