Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verstaanbaarheid:
  2. verstaanbaar:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verstaanbaarheid (Nederlands) in het Engels

verstaanbaarheid:

verstaanbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de verstaanbaarheid
    the limpidity; the clarity; the clearness
  2. de verstaanbaarheid
    the comprehensibility; the understandability
    – the quality of comprehensible language or thought 1

Vertaal Matrix voor verstaanbaarheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clarity verstaanbaarheid overzichtelijkheid
clearness verstaanbaarheid helderheid; klaarheid; lichtsterkte; luciditeit; overzichtelijkheid
comprehensibility verstaanbaarheid
limpidity verstaanbaarheid overzichtelijkheid
understandability verstaanbaarheid

Verwante woorden van "verstaanbaarheid":


verstaanbaar:

verstaanbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. verstaanbaar (duidelijk)
    clear
    • clear bijvoeglijk naamwoord
  2. verstaanbaar
    intelligible; understandable; perceivable; apprehensible; graspable
    – capable of being apprehended or understood 1

Vertaal Matrix voor verstaanbaar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clear afdekken; afruimen; banen; bevrijden; dechargeren; emanciperen; inklaren; klaren; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; onschuldig verklaren; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; schoonpoetsen; uithalen; uitmesten; uitruimen; uitschakelen; uitverkopen; verlossen; verrekenen; vrijmaken; vrijpleiten; vrijspraak bepleiten; vrijspreken; vrijvechten; wissen; zuiveren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apprehensible verstaanbaar
graspable verstaanbaar
intelligible verstaanbaar algemeen begrijpbaar; begrijpelijk; bevatbaar; bevattelijk; duidelijk; helder; inzichtelijk
perceivable verstaanbaar
understandable verstaanbaar begrijpelijk; bevattelijk; duidelijk; helder; inzichtelijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clear duidelijk; verstaanbaar aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bevattelijk; blank; bleek; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; direct; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; duidelijk klinkend; fideel; flagrant; fleurig; geestig; gereed; geëindigd; helder; helderklinkend; herkenbaar; inzichtelijk; jolig; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurig; kleurloos; kwiek; levendig; loos; lustig; monter; onbewolkt; ongekleurd; onmiskenbaar; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; over; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; transparant; uit; uitgelaten; verhelderend; voltooid; voorbij; vrij; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonder taak; zonneklaar; zonnig

Verwante woorden van "verstaanbaar":


Wiktionary: verstaanbaar

verstaanbaar
adjective
  1. capable of being understood