Nederlands

Uitgebreide vertaling voor viesheid (Nederlands) in het Engels

viesheid:

viesheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de viesheid (walgelijkheid)
    the meanness; the baseness; the filthiness; the repellingness
  2. de viesheid (smerigheid; viezigheid; vuil; vuiligheid; vuilheid)
    the filthy; the dirt; the smut; the filth; the dirtyness; the dirtiness; the dirty
    • filthy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smut [the ~] zelfstandig naamwoord
    • filth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirtyness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirtiness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dirty [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor viesheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baseness viesheid; walgelijkheid
dirt smerigheid; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid drab; drek; kak; morsigheid; poep; schijt; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; stront; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel; zwijnerij
dirtiness smerigheid; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid goorheid; groezeligheid; vuilheid
dirty smerigheid; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
dirtyness smerigheid; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid drab; morsigheid; obsceniteit; schuinheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
filth smerigheid; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel; zwijnerij
filthiness viesheid; walgelijkheid milieuvervuiling; verontreiniging; vervuiling
filthy smerigheid; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
meanness viesheid; walgelijkheid gemeenheid; gierigheid; krenterigheid; laaghartigheid; slechtheid; snoodheid; vrekkigheid
repellingness viesheid; walgelijkheid afstotelijkheid
smut smerigheid; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid drab; morsigheid; obsceniteit; schuinheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; stofje; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid; vuiltje; zwijnenboel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dirty bevuilen; vies maken; viesmaken; vuil maken; vuilmaken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dirty bedoezeld; bevlekt; goor; groezelig; met vuil bemorst; morsig; onkies; onkuis; onrein; onverkwikkelijk; onzindelijk; ranzig; smerig; smoezelig; stuitend; vies; viezig; vlekkig; vuil; walgelijk; weerzinwekkend
filthy bedoezeld; goor; groezelig; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; smoezelig; stuitend; vervuild; vies; viezig; walgelijk; weerzinwekkend

Verwante woorden van "viesheid":


vies:

vies bijvoeglijk naamwoord

  1. vies (met vuil bemorst; smerig; vuil; morsig)
    dirty; despicable; grubby; grimy; churlish
  2. vies (goor; walgelijk; weerzinwekkend; )
    disgusting; filthy; gruesome; repulsive; rancid; dirty; revolting; sickening; sordid; loathsome; repugnant; putrefied; putrid; heinous
  3. vies (obsceen; vunzig; zedeloos; schuin)
    obscene; cunning; smooth; sleek; slithery; bald; smoothly; icy; slippery; immoral; lack of moral
  4. vies (morsig; slordig; viezig; )
    sloppy; grubby; shoddy; churlish; slovenly; dowdy

Vertaal Matrix voor vies:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cunning arglist; arglistigheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; linkheid; listigheid; raffinement; sluwheid; snoodheid
dirty drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
dowdy slodder; slodderkous; sloddervos; slons
filthy drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dirty bevuilen; vies maken; viesmaken; vuil maken; vuilmaken
smooth afplatten; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; nivelleren; platmaken; politoeren; raspen; schaven; schuren; vlak maken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bald obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos kaal; kaalhoofdig; onbehaard; zonder haar
churlish met vuil bemorst; morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig bedoezeld; bokkig; groezelig; morsig; smoezelig; viezig
cunning obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos achterbaks; arglistig; berekenend; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt
despicable met vuil bemorst; morsig; smerig; vies; vuil laag; verachtelijk
dirty goor; met vuil bemorst; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; vuil; walgelijk; weerzinwekkend bedoezeld; bevlekt; groezelig; morsig; onkies; onkuis; onrein; onzindelijk; smoezelig; viezig; vlekkig
dowdy morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig
filthy goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend bedoezeld; groezelig; morsig; smoezelig; vervuild; viezig
grimy met vuil bemorst; morsig; smerig; vies; vuil bedoezeld; donker; dubieus; duister; glibberig; groezelig; kliederig; knoeierig; morsig; obscuur; onguur; smoezelig; verdacht; viezig; vuil
grubby met vuil bemorst; morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig bedoezeld; bevlekt; flodderig; grauw; groezelig; haveloos; kliederig; knoeierig; morsig; onkies; onkuis; onrein; onzindelijk; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; smoezelig; vaal; viezig; vlekkig; voddig; vuil; vunzig
gruesome goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend angstaanjagend; barbaars; beestachtig; bruut; gevaarlijk; gruwelijk; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; wreed
heinous goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend barbaars; beestachtig; bruut; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; wreed
icy obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos bitterkoud; ijskoud; ijzig; steenkoud
immoral obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos amoreel; immoreel; oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig; zedeloos
loathsome goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend
obscene obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos losbandig; tuchteloos
putrid goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend rans
rancid goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend rans; ransig; ranzig
repugnant goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; misselijkmakend; walgelijk; weerzinwekkend
repulsive goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend afschuwelijk; afstotelijk; afstotelijk voor zintuigen; afstotend; afstotend voor zintuigen; lelijk; misselijkmakend; onappetijtelijk; onsmakelijk; walgelijk; weerzinwekkend
shoddy morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
sickening goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend
sleek obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos
slippery obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glad; glibberig; gluiperig; leep; listig; slinks; slipgevaarlijk; sluw; snood; stiekem; uitgekookt
slithery obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos glad; glibberig
sloppy morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
slovenly morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig flodderig; haveloos; morsig; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
smooth obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; rimpelloos; smeuïg; strak; stromend; vlak; vlakuit; vliedend; vloeiend; vlot
sordid goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend banaal; laag; vuig
- vuil
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smoothly obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos op rolletjes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disgusting goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend schandalig; schandelijk; verfoeilijk
lack of moral obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos
putrefied goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend bedorven; rans; rot; rottig; slecht; vergaan; verrot
revolting goor; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend afschuwelijk; afstotelijk; afstotelijk voor zintuigen; afstotend; afstotend voor zintuigen; lelijk; misselijkmakend; rebellerend; walgelijk; weerzinwekkend

Verwante woorden van "vies":


Synoniemen voor "vies":


Antoniemen van "vies":


Verwante definities voor "vies":

  1. met stof of modder of iets anders besmeurd1
    • de badkamer is erg vies1
  2. met een onaangename smaak1
    • deze koffie smaakt vies1
  3. wat weerzin uitdrukt of oproept1
    • hij trok een vies gezicht1

Wiktionary: vies

vies
adjective
  1. smerig
vies
adjective
  1. covered with or containing dirt
  2. of something that engenders disgust