Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. voorbijvaren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voorbijvaren (Nederlands) in het Engels

voorbijvaren:

voorbijvaren werkwoord (vaar voorbij, vaart voorbij, voer voorbij, voeren voorbij, voorbij gevaren)

  1. voorbijvaren
    to overtake; to sail past
    • overtake werkwoord (overtakes, overtook, overtaking)
    • sail past werkwoord (sails past, sailed past, sailing past)

Conjugations for voorbijvaren:

o.t.t.
  1. vaar voorbij
  2. vaart voorbij
  3. vaart voorbij
  4. varen voorbij
  5. varen voorbij
  6. varen voorbij
o.v.t.
  1. voer voorbij
  2. voer voorbij
  3. voer voorbij
  4. voeren voorbij
  5. voeren voorbij
  6. voeren voorbij
v.t.t.
  1. ben voorbij gevaren
  2. bent voorbij gevaren
  3. is voorbij gevaren
  4. zijn voorbij gevaren
  5. zijn voorbij gevaren
  6. zijn voorbij gevaren
v.v.t.
  1. was voorbij gevaren
  2. was voorbij gevaren
  3. was voorbij gevaren
  4. waren voorbij gevaren
  5. waren voorbij gevaren
  6. waren voorbij gevaren
o.t.t.t.
  1. zal voorbijvaren
  2. zult voorbijvaren
  3. zal voorbijvaren
  4. zullen voorbijvaren
  5. zullen voorbijvaren
  6. zullen voorbijvaren
o.v.t.t.
  1. zou voorbijvaren
  2. zou voorbijvaren
  3. zou voorbijvaren
  4. zouden voorbijvaren
  5. zouden voorbijvaren
  6. zouden voorbijvaren
diversen
  1. vaar voorbij!
  2. vaart voorbij!
  3. voorbij gevaren
  4. voorbijvarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor voorbijvaren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overtake voorbijvaren inhalen; passeren; voorbijgaan; voorbijrijden
sail past voorbijvaren inhalen; passeren; voorbijgaan; voorbijrijden