Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. warempel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor warempel (Nederlands) in het Engels

warempel:

warempel bijwoord

  1. warempel (heus; effectief; reëel; )
    effectively; real; really; indeed; sure enough; sure; in fact

Vertaal Matrix voor warempel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
real real
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effectively echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
in fact echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk daadwerkelijk; eigenlijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk
indeed echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk 'tuurlijk; allicht; beslist; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; echt; feitelijk; geheid; gewis; heus; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; ongetwijfeld; onontkomelijk; reëel; stellig; tja; trouwens; uiteraard; vanzelfsprekend; vast; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel; wel degelijk; weliswaar; welzeker; werkelijk; zeker; zonder twijfel; à propos
really echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk beslist; daadwerkelijk; echt; eigenlijk; feitelijk; geheid; gewis; heus; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker; zowaar
sure enough echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk waarachtig
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
indeed inderdaad; ja
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
real echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk daadwerkelijk; echt; echte; eigenlijk; feitelijk; heus; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; onvervalst; werkelijk; werkelijke
sure echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk absoluut; beslist; geheid; gewis; heus; ja; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; onweerlegbaar; pertinent; ronduit; stellig; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker