Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aflaten (Nederlands) in het Engels

aflaten:

aflaten werkwoord (laat af, liet af, lieten af, afgelaten)

  1. aflaten (ophouden)
    to cease; desist from

Conjugations for aflaten:

o.t.t.
  1. laat af
  2. laat af
  3. laat af
  4. laten af
  5. laten af
  6. laten af
o.v.t.
  1. liet af
  2. liet af
  3. liet af
  4. lieten af
  5. lieten af
  6. lieten af
v.t.t.
  1. heb afgelaten
  2. hebt afgelaten
  3. heeft afgelaten
  4. hebben afgelaten
  5. hebben afgelaten
  6. hebben afgelaten
v.v.t.
  1. had afgelaten
  2. had afgelaten
  3. had afgelaten
  4. hadden afgelaten
  5. hadden afgelaten
  6. hadden afgelaten
o.t.t.t.
  1. zal aflaten
  2. zult aflaten
  3. zal aflaten
  4. zullen aflaten
  5. zullen aflaten
  6. zullen aflaten
o.v.t.t.
  1. zou aflaten
  2. zou aflaten
  3. zou aflaten
  4. zouden aflaten
  5. zouden aflaten
  6. zouden aflaten
diversen
  1. laat af!
  2. laat af!
  3. afgelaten
  4. aflatende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aflaten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cease afhaken; eindigen; kappen; ophouden; staken; uitscheiden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cease aflaten; ophouden aftakelen; ermee uitscheiden; opgeven; ophouden; staken; stoppen; uitscheiden; verzwakken; wegglijden
desist from aflaten; ophouden

Wiktionary: aflaten


Cross Translation:
FromToVia
aflaten couch; demean; deprave; discredit; downsize; destroy; ruin; wreck; decrease; lessen; diminish; shrink; abridge; cry down; cut up; demolish; pull to pieces; run down; write down; draw; streak; mortify abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.
aflaten cease; stop; end; quit; abate; finish; terminate; conclude cesser — Discontinuer, arrêter, finir, interrompre, terminer.