Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ingang:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ingang (Nederlands) in het Spaans

ingang:

ingang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ingang (toegang; entree; inlaat)
    la entrada; el acceso
    • entrada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • acceso [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de ingang

Vertaal Matrix voor ingang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acceso entree; ingang; inlaat; toegang entree; hal; inrit; opgang; oprijlaan; oprit; portaal; toegang; toelating; trap; vestibule; voorportaal
entrada entree; ingang; inlaat; toegang aanbetaling; aankomst; binnenkomst; boeking; deur; entree; hal; hoofdwoord; huisdeur; inkomst; inrit; inschrijving; intocht; intrede; invaart; inval; invasie; invoer; komst; lemma; oprijlaan; oprit; plaatsing van artikel; politie-inval; portaal; schouwburgkaartje; toelating; vermelding; vestibule; voorportaal
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
identificador ingang aanduiding; id; identificatie

Synoniemen voor "ingang":


Antoniemen van "ingang":


Verwante definities voor "ingang":

  1. opening waardoor je naar binnen gaat1
    • weet u waar de ingang van deze school is?1

Wiktionary: ingang

ingang
noun
  1. een opening waar iets doorheen kan

Cross Translation:
FromToVia
ingang entrada entrance — The place of entering, as a gate or doorway
ingang entrada; acceso entry — doorway that provides a means of entering a building
ingang entrada EingangÖffnung zum Betreten eines begrenzten Bereiches, z. B. eines Gebäudes

Verwante vertalingen van ingang