Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. oversteken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oversteken (Nederlands) in het Spaans

oversteken:

oversteken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het oversteken (overlopen)
    el atravesar; el cruzar
    • atravesar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cruzar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor oversteken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atravesar overlopen; oversteken
cruzar overlopen; oversteken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atravesar oversteken doorbreken; doorhakken; doorheen reizen; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; doorvaren; dwars oversteken; in tweeën houwen; klieven; kloven; overgaan; reizen door
cruzar oversteken doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; dwars oversteken; een kruis slaan; in tweeën houwen; keperen; klieven; kloven; kruisen; opkruisen; oplaveren; overgaan
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atravesar overspannen; overwerkt

Verwante woorden van "oversteken":


Verwante definities voor "oversteken":

  1. van de ene kant naar de andere gaan1
    • we zijn de rivier overgestoken1

Wiktionary: oversteken

oversteken
verb
  1. aan de overzijde van iets geraken

Cross Translation:
FromToVia
oversteken atravesar; pasar cross — go from one side of something to the other
oversteken superar; vencer; atravesar; aventajar surmontermonter au-dessus.

Verwante vertalingen van oversteken