Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vermageren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vermageren (Nederlands) in het Spaans

vermageren:

vermageren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. vermageren (afvallen; uitmergelen; afslanken; vermagering)
    el adelgazar; el enflaquecer

vermageren werkwoord (vermager, vermagert, vermagerde, vermagerden, vermagerd)

  1. vermageren (afvallen)

Conjugations for vermageren:

o.t.t.
  1. vermager
  2. vermagert
  3. vermagert
  4. vermageren
  5. vermageren
  6. vermageren
o.v.t.
  1. vermagerde
  2. vermagerde
  3. vermagerde
  4. vermagerden
  5. vermagerden
  6. vermagerden
v.t.t.
  1. ben vermagerd
  2. bent vermagerd
  3. is vermagerd
  4. zijn vermagerd
  5. zijn vermagerd
  6. zijn vermagerd
v.v.t.
  1. was vermagerd
  2. was vermagerd
  3. was vermagerd
  4. waren vermagerd
  5. waren vermagerd
  6. waren vermagerd
o.t.t.t.
  1. zal vermageren
  2. zult vermageren
  3. zal vermageren
  4. zullen vermageren
  5. zullen vermageren
  6. zullen vermageren
o.v.t.t.
  1. zou vermageren
  2. zou vermageren
  3. zou vermageren
  4. zouden vermageren
  5. zouden vermageren
  6. zouden vermageren
diversen
  1. vermager!
  2. vermagert!
  3. vermagerd
  4. vermagerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vermageren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adelgazar afslanken; afvallen; uitmergelen; vermageren; vermagering
enflaquecer afslanken; afvallen; uitmergelen; vermageren; vermagering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adelgazar afvallen; vermageren afkleden; afslanken
perder peso afvallen; vermageren

Wiktionary: vermageren

vermageren
verb
  1. aan lichaamsgewicht verliezen

Cross Translation:
FromToVia
vermageren demacrarse emaciate — (intransitive) become extremely thin or wasted
vermageren adelgazarse; enflaquecer; enflaquecerse; enflacar slim — lose weight