Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. afgraven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afgraven (Nederlands) in het Spaans

afgraven:

afgraven werkwoord (graaf af, graaft af, groef af, groeven af, afgegraven)

  1. afgraven
    desmontar

Conjugations for afgraven:

o.t.t.
  1. graaf af
  2. graaft af
  3. graaft af
  4. graven af
  5. graven af
  6. graven af
o.v.t.
  1. groef af
  2. groef af
  3. groef af
  4. groeven af
  5. groeven af
  6. groeven af
v.t.t.
  1. heb afgegraven
  2. hebt afgegraven
  3. heeft afgegraven
  4. hebben afgegraven
  5. hebben afgegraven
  6. hebben afgegraven
v.v.t.
  1. had afgegraven
  2. had afgegraven
  3. had afgegraven
  4. hadden afgegraven
  5. hadden afgegraven
  6. hadden afgegraven
o.t.t.t.
  1. zal afgraven
  2. zult afgraven
  3. zal afgraven
  4. zullen afgraven
  5. zullen afgraven
  6. zullen afgraven
o.v.t.t.
  1. zou afgraven
  2. zou afgraven
  3. zou afgraven
  4. zouden afgraven
  5. zouden afgraven
  6. zouden afgraven
diversen
  1. graaf af!
  2. graaft af!
  3. afgegraven
  4. afgravende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afgraven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afgraven (afgraving)
    la excarvación

Vertaal Matrix voor afgraven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excarvación afgraven; afgraving
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desmontar afgraven afklimmen; afstijgen; demonteren; kraken; losbreken; omlaagklauteren; ontkoppelen; ontmantelen; ontrafelen; onttakelen; ontwarren; openbreken; scheiden; splitsen; uit de war halen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; uiteenhalen