Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. alarmeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor alarmeren (Nederlands) in het Spaans

alarmeren:

alarmeren werkwoord (alarmeer, alarmeert, alarmeerde, alarmeerden, gealarmeerd)

  1. alarmeren
    alarmar; preocuparse; inquietar; atemorizar; angustiar; inquietarse

Conjugations for alarmeren:

o.t.t.
  1. alarmeer
  2. alarmeert
  3. alarmeert
  4. alarmeren
  5. alarmeren
  6. alarmeren
o.v.t.
  1. alarmeerde
  2. alarmeerde
  3. alarmeerde
  4. alarmeerden
  5. alarmeerden
  6. alarmeerden
v.t.t.
  1. heb gealarmeerd
  2. hebt gealarmeerd
  3. heeft gealarmeerd
  4. hebben gealarmeerd
  5. hebben gealarmeerd
  6. hebben gealarmeerd
v.v.t.
  1. had gealarmeerd
  2. had gealarmeerd
  3. had gealarmeerd
  4. hadden gealarmeerd
  5. hadden gealarmeerd
  6. hadden gealarmeerd
o.t.t.t.
  1. zal alarmeren
  2. zult alarmeren
  3. zal alarmeren
  4. zullen alarmeren
  5. zullen alarmeren
  6. zullen alarmeren
o.v.t.t.
  1. zou alarmeren
  2. zou alarmeren
  3. zou alarmeren
  4. zouden alarmeren
  5. zouden alarmeren
  6. zouden alarmeren
diversen
  1. alarmeer!
  2. alarmeert!
  3. gealarmeerd
  4. alarmerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor alarmeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inquietar zorg inboezemen
preocuparse gepeins; gepieker; geprakkizeer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alarmar alarmeren informeren; inlichten; ongerust maken; ontstellen; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verontrusten; verwittigen; waarschuwen
angustiar alarmeren beangstigen; beklemmen; benauwen; ongerust maken
atemorizar alarmeren afschrikken; bang maken; beangstigen; benauwen; informeren; inlichten; ontstellen; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verontrusten; verschrikken; verwittigen; waarschuwen
inquietar alarmeren beklemmen; benauwen; ongerust maken; ontstellen; verontrusten
inquietarse alarmeren ongerust maken
preocuparse alarmeren bekommeren; bezorgd zijn; zich bezorgd maken; zich zorgen maken

Wiktionary: alarmeren

alarmeren
verb
  1. door alarm oproepen of bijeenroepen