Nederlands

Uitgebreide vertaling voor algemeenheid (Nederlands) in het Spaans

algemeenheid:

algemeenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de algemeenheid (gangbaarheid; gebruikelijkheid)
    la costumbre; el hábito; la generalidad; el uso corriente; la aceptación general

Vertaal Matrix voor algemeenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aceptación general algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid zede
costumbre algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid gebruik; gebruiken; gewoonte; gewoontes; traditie; tradities; usance; usances; volksgebruik; zede; zeden
generalidad algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid algemene
hábito algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid aanwending; behandeling; gebruik; geestelijk gewaad; gewoonte; habijt; hantering; kerkgewaad; liturgisch gewaad; pij; priesterlijk ambtsgewaad; traditie; usance; zede
uso corriente algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid zede

Verwante woorden van "algemeenheid":


algemeenheid vorm van algemeen:

algemeen bijvoeglijk naamwoord

  1. algemeen (over het geheel; generaal; globaal)
    global; en general
  2. algemeen (meer personen betreffend; gemeenschappelijk)
    común; comunal
  3. algemeen (doorgaans; meestal; gewoonlijk; )
    en general; generalmente; habitualmente; en su mayoría; mayoritariamente; comúnmente; ordinariamente; por lo común; en la mayoría

Vertaal Matrix voor algemeen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bedrijfsresultaat
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
global algemeen; generaal; globaal; over het geheel globaal; in grote lijnen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comunal algemeen; gemeenschappelijk; meer personen betreffend communaal; een groep toebehorend; gemeenschappelijk; gemeentelijk
común algemeen; gemeenschappelijk; meer personen betreffend alledaags; alledaagse; courant; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gedeeld; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; meegevoeld; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair; verdeeld
comúnmente algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen alledaags; courant; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair
en general algemeen; doorgaans; gemeenlijk; generaal; gewoonlijk; globaal; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen; over het geheel als regel; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; in het algemeen; meestal; vaak; veelal
en la mayoría algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; goeddeels; grotendeels; meestal; merendeels; voor het grootste gedeelte
en su mayoría algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; goeddeels; grotendeels; meestal; merendeels
generalmente algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen doodgewoon; doorgaans; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gemeenlijk; gewoon; gewoonlijk; meestal; normaal; vaak; veelal
habitualmente algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen doodgewoon; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; geregeld; gewoon; met vast ritme; normaal; regelmatig; veel
mayoritariamente algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; goeddeels; grotendeels; meestal; merendeels; voor het grootste gedeelte
ordinariamente algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal
por lo común algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen doodgewoon

Verwante woorden van "algemeen":


Verwante definities voor "algemeen":

  1. niet van een speciale afdeling1
    • hij is algemeen directeur van deze school1
  2. voor of van iedereen1
    • deze wasmachine is voor algemeen gebruik1

Wiktionary: algemeen


Cross Translation:
FromToVia
algemeen general general — involving every part or member, not specific or particular
algemeen general; en general allgemein — überall
algemeen común commun — Qui sert, qui peut servir à tout le monde ou seulement à plusieurs personnes.
algemeen general généralcommun à tous les individus d’un genre, applicable à un très grand nombre de personnes ou de choses.