Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. architect:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor architect (Nederlands) in het Spaans

architect:

architect [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de architect (bouwmeester)
    el arquitecto

Vertaal Matrix voor architect:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arquitecto architect; bouwmeester architecte; bouwkundige

Verwante woorden van "architect":


Verwante definities voor "architect":

  1. hij bedenkt en tekent een bouwwerk1
    • welke architect heeft deze kerk ontworpen?1

Wiktionary: architect

architect
noun
  1. iemand die gebouwen ontwerpt

Cross Translation:
FromToVia
architect arquitecto; arquitecta architect — designer of buildings
architect arquitecto architectepersonne diplômée dont la profession consiste à concevoir des édifices et à en diriger la construction.