Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. attest:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor attest (Nederlands) in het Spaans

attest:

attest [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het attest (bewijs; briefje)
    el certificado
  2. het attest (gezondheidsattest; medisch attest)
    el certificado de buena salud; el certificado médico

Vertaal Matrix voor attest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
certificado attest; bewijs; briefje beveiligingscertificaat; brevet; certificaat; charter; digitaal certificaat; diploma; het uitspreken; licentie; oorkonde; uitsluitsel; uitspraak
certificado de buena salud attest; gezondheidsattest; medisch attest
certificado médico attest; gezondheidsattest; medisch attest
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
certificado aangetekend

Verwante woorden van "attest":


Wiktionary: attest

attest
noun
  1. schriftelijk bewijs

Cross Translation:
FromToVia
attest certificado certificate — a document containing a certified statement
attest testimonio témoignageaction de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.

Verwante vertalingen van attest