Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bedragen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bedragen (Nederlands) in het Spaans

bedragen:

bedragen werkwoord (bedraag, bedraagt, bedroeg, bedroegen, bedragen)

  1. bedragen
    sumar

Conjugations for bedragen:

o.t.t.
  1. bedraag
  2. bedraagt
  3. bedraagt
  4. bedragen
  5. bedragen
  6. bedragen
o.v.t.
  1. bedroeg
  2. bedroeg
  3. bedroeg
  4. bedroegen
  5. bedroegen
  6. bedroegen
v.t.t.
  1. heb bedragen
  2. hebt bedragen
  3. heeft bedragen
  4. hebben bedragen
  5. hebben bedragen
  6. hebben bedragen
v.v.t.
  1. had bedragen
  2. had bedragen
  3. had bedragen
  4. hadden bedragen
  5. hadden bedragen
  6. hadden bedragen
o.t.t.t.
  1. zal bedragen
  2. zult bedragen
  3. zal bedragen
  4. zullen bedragen
  5. zullen bedragen
  6. zullen bedragen
o.v.t.t.
  1. zou bedragen
  2. zou bedragen
  3. zou bedragen
  4. zouden bedragen
  5. zouden bedragen
  6. zouden bedragen
diversen
  1. bedraag!
  2. bedraagt!
  3. bedragen
  4. bedragende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bedragen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de bedragen
    el montos; la cantidades; el importes; la sumas; el montantes

Vertaal Matrix voor bedragen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cantidades bedragen
importes bedragen
montantes bedragen
montos bedragen
sumas bedragen optellingen; sommen; uitkomsten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sumar bedragen aanvullen; bijrekenen; bijtellen; completeren; erbij tellen; optellen; toevoegen; voltallig maken
- kosten

Synoniemen voor "bedragen":


Antoniemen van "bedragen":


Verwante definities voor "bedragen":

  1. hoeveel geld je ervoor moet betalen1
    • de kosten voor deze reis bedragen 200 gulden1

Wiktionary: bedragen

bedragen
verb
  1. (inergatief) de som gelds die iets kost

Cross Translation:
FromToVia
bedragen valer; importar; cifrarse beziffern — (reflexiv) sich auf einen Wert belaufen, einen Wert erreichen