Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. beklaagde:
  2. beklagen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beklaagde (Nederlands) in het Spaans

beklaagde:

beklaagde [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de beklaagde (verdachte; beschuldigde; gedaagde; aangeklaagde)
    el procesado; el acusado

Vertaal Matrix voor beklaagde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acusado aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte
procesado aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acusado aanvechtbaar; beklaagd; bestrijdbaar; betwistbaar; dubieus; kwestieus; twijfelachtig

Wiktionary: beklaagde

beklaagde
noun
  1. iemand die voor de rechter van iets beschuldigd wordt

beklaagde vorm van beklagen:

beklagen werkwoord (beklaag, beklaagt, beklaagde, beklaagden, beklaagd)

  1. beklagen (medelijden hebben)
    lamentar; deplorar

Conjugations for beklagen:

o.t.t.
  1. beklaag
  2. beklaagt
  3. beklaagt
  4. beklagen
  5. beklagen
  6. beklagen
o.v.t.
  1. beklaagde
  2. beklaagde
  3. beklaagde
  4. beklaagden
  5. beklaagden
  6. beklaagden
v.t.t.
  1. heb beklaagd
  2. hebt beklaagd
  3. heeft beklaagd
  4. hebben beklaagd
  5. hebben beklaagd
  6. hebben beklaagd
v.v.t.
  1. had beklaagd
  2. had beklaagd
  3. had beklaagd
  4. hadden beklaagd
  5. hadden beklaagd
  6. hadden beklaagd
o.t.t.t.
  1. zal beklagen
  2. zult beklagen
  3. zal beklagen
  4. zullen beklagen
  5. zullen beklagen
  6. zullen beklagen
o.v.t.t.
  1. zou beklagen
  2. zou beklagen
  3. zou beklagen
  4. zouden beklagen
  5. zouden beklagen
  6. zouden beklagen
diversen
  1. beklaag!
  2. beklaagt!
  3. beklaagd
  4. beklagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor beklagen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deplorar beklagen; medelijden hebben berouwen; betreuren; spijten; zich beklagen
lamentar beklagen; medelijden hebben betreuren; jammer vinden; kermen; klagen; spijten; zeuren; zich beklagen

Wiktionary: beklagen

beklagen
verb
  1. ontevredenheid uiten, klachten indienen
  2. iemands leed bejammeren

Cross Translation:
FromToVia
beklagen tener lástima pity — to feel pity for someone or something
beklagen compadecer compatirtoucher de compassion pour les maux d’autrui.
beklagen compadecer plaindreTraductions à trier suivant le sens.