Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. camper:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor camper (Nederlands) in het Spaans

camper:

camper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de camper (kampeerauto; kampeerwagen; kampeerbus)
    la autocaravana; la caravana

Vertaal Matrix voor camper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autocaravana camper; kampeerauto; kampeerbus; kampeerwagen kampeerbusje
caravana camper; kampeerauto; kampeerbus; kampeerwagen file; karavaan; opstopping; verkeersopstopping; verkeersstremming; woonwagen

Verwante woorden van "camper":

  • campers