Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. certificaten:
  2. certificaat:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor certificaten (Nederlands) in het Spaans

certificaten:

certificaten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de certificaten (stukken; aktes; documenten)
    el certificados; el documentos; la actas

Vertaal Matrix voor certificaten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actas aktes; certificaten; documenten; stukken
certificados aktes; certificaten; documenten; stukken attesten; getuigschriften
documentos aktes; certificaten; documenten; stukken bescheiden; bewijsstukken; documenten

Verwante woorden van "certificaten":


certificaat:

certificaat [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het certificaat (oorkonde; diploma; charter)
    el diploma; el certificado; el documento
  2. het certificaat (digitaal certificaat; beveiligingscertificaat)
  3. het certificaat
    el diploma
    • diploma [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor certificaat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
certificado beveiligingscertificaat; certificaat; charter; digitaal certificaat; diploma; oorkonde attest; bewijs; brevet; briefje; het uitspreken; licentie; uitsluitsel; uitspraak
diploma certificaat; charter; diploma; oorkonde brevet; licentie
documento certificaat; charter; diploma; oorkonde bericht; brokje; document; essay; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; kleine brok; schriftuur; script; tekst; verhandeling
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
certificado de seguridad beveiligingscertificaat; certificaat; digitaal certificaat
certificado digital beveiligingscertificaat; certificaat; digitaal certificaat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
certificado aangetekend

Verwante woorden van "certificaat":


Wiktionary: certificaat

certificaat
noun
  1. een schriftelijk bewijs

Cross Translation:
FromToVia
certificaat certificado certificate — a document containing a certified statement
certificaat testimonio témoignageaction de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.