Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. charmeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor charmeren (Nederlands) in het Spaans

charmeren:

charmeren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. charmeren (bekoren; aantrekken)
    el atractar; el fascinar

Vertaal Matrix voor charmeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atractar aantrekken; bekoren; charmeren
fascinar aantrekken; bekoren; charmeren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fascinar beheksen; bekoren; betoveren; betrappen; bevallen; boeien; fascineren; intrigeren; obsederen; snappen

Wiktionary: charmeren

charmeren
verb
  1. bekoren

Cross Translation:
FromToVia
charmeren embelesar; encantar; fascinar; robar; pillar ravirenlever de force, emporter avec violence.