Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. decent:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor decent (Nederlands) in het Spaans

decent:

decent bijvoeglijk naamwoord

  1. decent (fatsoenlijk; netjes; eerbaar; welvoeglijk; manierlijk)
    decente

Vertaal Matrix voor decent:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decente decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk beschaafd; betamelijk; correct; deugdzaam; eerbaar; eerbiedwekkend; eerlijk; eerzaam; fair; fatsoenlijk; gepast; geschikt; hebbelijk; indrukwekkend; keurig; kies; kuis; maagdelijk; netjes; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; ordentelijk; proper; puur; rein; respectabel; schoon; sec; tof; welgemanierd; welgevoeglijk; welopgevoed; welvoeglijk; zedig; zindelijk; zuiver

Verwante woorden van "decent":

  • decenter, decentere, decente