Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dun (Nederlands) in het Spaans

dun:

dun bijvoeglijk naamwoord

  1. dun (geen vet op de botten hebbende; mager; schraal; iel; schriel)
    flaco; pequeña; menudo; pobre; suelto; frágil; magro; delgaducho; escaso; tacaño; pequeño; mediocre; minúsculo; poco resistente; fino; flojo; reducido; nulo; parco; enjuto; ralo; exiguo; insignificante; escuálido; mísero; frugal; enrarecido; poco espeso; sin fuerza
  2. dun (van geringe dichtheid; ijl)
    enrarecido; poco denso
  3. dun (fijngebouwd; slank; tenger; fijn; rank)
    delgado; tierno; delicado; fino; esbelto; de constitución fina; poco espeso; flaco; frágil; ligero de postura; magro; delgaducho

Vertaal Matrix voor dun:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pequeña kleine
pequeño kleine
pobre arme drommel; armoedzaaiers; bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; ongelukkige; pauper; stakkerd; sukkelaar
tacaño gierigaard; knibbelaar; krent; krentenweger; schraper; vangarm; vrek
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- mager
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de constitución fina dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger
delgado dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger arm; armetierig; berooid; karig; lichtgebouwd; mager; pover; schraal; tenger
delgaducho dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; rank; schraal; schriel; slank; tenger berooid; broodmager; gierig; inhalig; karig; krenterig; lang en dun; mager; pover; schraal; schraperig; spichtig; sprieterig; tenger; uitgemergeld; uitgeteerd; vrekkig
delicado dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger angstig voor pijn; benard; benauwd; breekbaar; broos; delicaat; elegant; ernstig; fijn; fijn van smaak; fijnbesnaard; fijngevoelig; fijntjes; fijnzinnig; fragiel; frèle; gammel; gracieus; hachelijk; iel; kleinzerig; krakkemikkig; kritiek; kwetsbaar; lastig; lastige; lichtgebouwd; netelig; onprettig; penibel; precair; sierlijk; slap; subtiel; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; verfijnd; wankel; zorgelijk; zorgwekkend; zwak
enjuto dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel droog; luttel; schraal; schriel; weinig
enrarecido dun; geen vet op de botten hebbende; iel; ijl; mager; schraal; schriel; van geringe dichtheid bedompt; benauwd; drukkend; muf
esbelto dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger dun van gestalte; lichtgebouwd; mager; rank; tenger
escaso dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel arm; armetierig; berooid; bleekjes; droog; in geringe mate; klein; luttel; nabije; pips; pover; schaars; schraal; schriel; slap; slapjes; wee; weinig; zeldzaam; ziekelijk; zwak
escuálido dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel graatachtig; graatmager; haaiachtig; haaiachtige; totaal vermagerd
exiguo dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel arm; bekaaid; dor; droog; er bekaaid afkomen; gierig; inferieur; inhalig; krenterig; luttel; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; pover; schamel; schraal; schraperig; schriel; slecht; tweederangs; vrekkig; weinig; zwak
fino dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; rank; schraal; schriel; slank; tenger edelmoedig; effen; egaal; elegant; fijn; fijntjes; fijnzinnig; gelijk; genereus; geslepen; glad; gracieus; gul; lichtgebouwd; mild; plat; puntig; royaal; ruimhartig; scherp gepunt; sierlijk; slank en smal; strak; tenger; verfijnd; vlak; vlakuit; vrijgevig
flaco dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; rank; schraal; schriel; slank; tenger berooid; broodmager; dor; droog; karig; lang en dun; mager; piekerig; pover; schraal; schriel; spichtig; spinachtig; sprieterig; sprietig; tenger; uitgemergeld; uitgeteerd
flojo dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel beroerd; bleek; bleekjes; breekbaar; broos; deplorabel; ellendig; energieloos; flauw; flauwtjes; flets; fragiel; futloos; gammel; krakkemikkig; krukkig; kwetsbaar; lamlendig; landerig; lijzig; log; loom; lusteloos; mals; mat; meelijwekkend; miserabel; niet stevig; onbeholpen; onhandig; pips; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; teer; verschoten; wankel; wee; week; ziekelijk; zwak
frugal dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel frugaal; gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig
frágil dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; rank; schraal; schriel; slank; tenger bleekjes; breekbaar; broos; bros; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; iel; krakkemikkig; kwetsbaar; lichtgebouwd; pips; slap; slapjes; teder; teer; tenger; wankel; wee; wrak; ziekelijk; zwak
insignificante dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel armzalig; bescheiden; gering; karig; luttel; mager; miniem; minimaal; minste; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend; onvolwaardig; pover; schamel; schraal; verwaarloosbaar; weinig
ligero de postura dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger lichtgebouwd; tenger
magro dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; rank; schraal; schriel; slank; tenger armzalig; berooid; broodmager; dun van gestalte; karig; lang en dun; luttel; mager; piekerig; pover; rank; schamel; schraal; spichtig; spinachtig; sprietig; uitgemergeld; uitgeteerd; weinig
mediocre dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel alledaagse; doorsnee; gemiddeld; matig; medium; middelmatig; middelmatige; min; modaal; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
menudo dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel arm; armetierig; berooid; petieterig; pover
minúsculo dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel arm; armetierig; berooid; bescheiden; gering; karig; luttel; mager; miniem; minimaal; minitueus; minste; minuscuul; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend; petieterig; pover; schraal; weinig; zeer klein
mísero dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel armoedig; armzalig; bar; bekaaid; deerniswekkend; ellendig; er bekaaid afkomen; erbarmelijk; erg; flodderig; haveloos; pover; rampzalig; rouwig; schamel; sjofel; sjofeltjes; treurig; verdrietig; verlopen
nulo dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel arm; armetierig; berooid; leeg; miniem; minitueus; nietig; nihil; nul; ongeldig; pover; zonder inhoud
parco dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel economisch; eenvoudig; luttel; matig; sober; spaarzaam; weinig; zuinig; zuinigjes
pequeña dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig; petieterig
pequeño dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel bekrompen; benepen; gemeen; kleingeestig; kleinzielig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niet hoog; onedel; petieterig
pobre dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bar; bekaaid; berooid; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; ellendig; er bekaaid afkomen; erbarmelijk; erg; flodderig; haveloos; karig; krap; luizig; luttel; mager; meelijwekkend; miserabel; niet overvloedig; onbemiddeld; ongegoed; onvermogend; pover; rampzalig; schamel; schooierig; schraal; sjofel; sjofeltjes; verlopen; weinig
poco denso dun; ijl; van geringe dichtheid
poco espeso dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; rank; schraal; schriel; slank; tenger arm; armetierig; berooid; karig; mager; pover; schraal
poco resistente dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel arm; armetierig; berooid; bleekjes; gammel; krakkemikkig; pips; pover; slap; slapjes; wankel; wee; ziekelijk; zwak
ralo dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel
reducido dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel arm; armetierig; berooid; corpulent; dik; geringer gemaakt; gezet; herleid; ingekrompen; ingeslonken; karig; lijvig; luttel; mager; pover; schraal; verminderd; weinig; zwaarlijvig
sin fuerza dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel bleekjes; gammel; hulpeloos; krachteloos; krakkemikkig; machteloos; onmachtig; pips; slap; slapjes; wankel; wee; ziekelijk; zwak
suelto dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel afzonderlijk; alleenstaand; apart; geïsoleerd; los; loshangend; losstaand; mul; niet vast; onopgeruimd; onverpakt; op zich; op zichzelf staand; pulverig; rul; separaat; slordig; verplaatsbaar; verschuifbaar; vrij hangend; vrijstaand
tacaño dun; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel op de penning zitten
tierno dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger diep; fijngevoelig; fijnzinnig; gammel; innig; intens; krakkemikkig; lichtgebouwd; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; mals; murw; pril; sappig; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; tenger; vroeg; wankel; weekhartig; welig; zacht; zacht aanvoelend; zwak

Verwante woorden van "dun":


Synoniemen voor "dun":


Antoniemen van "dun":


Verwante definities voor "dun":

  1. heel vloeibaar1
    • wat is die soep dun!1
  2. met veel tussenruimte1
    • je haar wordt al erg dun, jongen!1
  3. met een kleine breedte of omvang1
    • zij heeft dunne vingers1

Wiktionary: dun

dun
adjective
  1. van geringe dikte

Cross Translation:
FromToVia
dun flaco dünn — von geringer Dicke
dun flaco; delgado slim — slender

dun vorm van dunnen:

dunnen werkwoord (dun, dunt, dunde, dunden, gedund)

  1. dunnen (minder talrijk maken; decimeren)

Conjugations for dunnen:

o.t.t.
  1. dun
  2. dunt
  3. dunt
  4. dunnen
  5. dunnen
  6. dunnen
o.v.t.
  1. dunde
  2. dunde
  3. dunde
  4. dunden
  5. dunden
  6. dunden
v.t.t.
  1. ben gedund
  2. bent gedund
  3. is gedund
  4. zijn gedund
  5. zijn gedund
  6. zijn gedund
v.v.t.
  1. was gedund
  2. was gedund
  3. was gedund
  4. waren gedund
  5. waren gedund
  6. waren gedund
o.t.t.t.
  1. zal dunnen
  2. zult dunnen
  3. zal dunnen
  4. zullen dunnen
  5. zullen dunnen
  6. zullen dunnen
o.v.t.t.
  1. zou dunnen
  2. zou dunnen
  3. zou dunnen
  4. zouden dunnen
  5. zouden dunnen
  6. zouden dunnen
diversen
  1. dun!
  2. dunt!
  3. gedund
  4. dunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dunnen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cortar profusamente decimeren; dunnen; minder talrijk maken

Verwante vertalingen van dun