Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. eraf gaan:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eraf gaan (Nederlands) in het Spaans

eraf gaan:

eraf gaan werkwoord (ga eraf, gaat eraf, ging eraf, gingen eraf, eraf gegaan)

  1. eraf gaan
    soltar; desprenderse; soltarse

Conjugations for eraf gaan:

o.t.t.
  1. ga eraf
  2. gaat eraf
  3. gaat eraf
  4. gaan eraf
  5. gaan eraf
  6. gaan eraf
o.v.t.
  1. ging eraf
  2. ging eraf
  3. ging eraf
  4. gingen eraf
  5. gingen eraf
  6. gingen eraf
v.t.t.
  1. ben eraf gegaan
  2. bent eraf gegaan
  3. is eraf gegaan
  4. zijn eraf gegaan
  5. zijn eraf gegaan
  6. zijn eraf gegaan
v.v.t.
  1. was eraf gegaan
  2. was eraf gegaan
  3. was eraf gegaan
  4. waren eraf gegaan
  5. waren eraf gegaan
  6. waren eraf gegaan
o.t.t.t.
  1. zal eraf gaan
  2. zult eraf gaan
  3. zal eraf gaan
  4. zullen eraf gaan
  5. zullen eraf gaan
  6. zullen eraf gaan
o.v.t.t.
  1. zou eraf gaan
  2. zou eraf gaan
  3. zou eraf gaan
  4. zouden eraf gaan
  5. zouden eraf gaan
  6. zouden eraf gaan
diversen
  1. ga eraf!
  2. gaat eraf!
  3. eraf gegaan
  4. eraf gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor eraf gaan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soltar loslating; losraken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desprenderse eraf gaan afhaken; afvallen; afzeggen; afzien van; eruitstappen; losgaan; loskomen; loskrijgen; losmaken; losraken; lostornen; lostrillen; ontslagen worden; op vrije voeten gesteld worden; open krijgen; openkrijgen; opgeven; ophouden; stoppen; tornen; uithalen; uittrekken; vrijkomen
soltar eraf gaan afgespen; afhaken; afvallen; afzeggen; afzien van; detacheren; doorslaan; eruitstappen; laten gaan; losgooien; loskrijgen; loslaten; losmaken; lostornen; loswerken; loswerpen; niet vasthouden; open krijgen; opgeven; ophouden; opsturen; posten; scheiden; stoppen; sturen; toezenden; tornen; uithalen; uittrekken; verklappen; verraden; verzenden; wegsturen; wegzenden
soltarse eraf gaan afstomen; afweken; detacheren; los worden; losbarsten; losbreken; losgaan; loskrijgen; losmaken; lostornen; losweken; loswerken; scheiden; tornen; uithalen; uittrekken

Verwante vertalingen van eraf gaan