Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebarsten (Nederlands) in het Spaans

gebarsten:

gebarsten bijvoeglijk naamwoord

  1. gebarsten (beschadigd; kapot; stuk)
    dañado; averiado; a pedazos

Vertaal Matrix voor gebarsten:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dañado beschadigd; gebarsten; kapot; stuk aangeslagen; gehavend; gescheurd; geschonden; gewond; mottig; verscheurd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a pedazos beschadigd; gebarsten; kapot; stuk aan stukken; gebroken; geruineerd; gescheurd; kapot; naar de knoppen; stuk; verbrijzeld; verscheurd
averiado beschadigd; gebarsten; kapot; stuk bankroet; buiten gebruik; defect; failliet; geruineerd; mottig; onklaar; stuk

gebarsten vorm van barsten:

barsten werkwoord (barst, barstte, barstten, gebarsten)

  1. barsten (kunnen stikken)
  2. barsten (openspringen; losspringen)

Conjugations for barsten:

o.t.t.
  1. barst
  2. barst
  3. barst
  4. barsten
  5. barsten
  6. barsten
o.v.t.
  1. barstte
  2. barstte
  3. barstte
  4. barstten
  5. barstten
  6. barstten
v.t.t.
  1. ben gebarsten
  2. bent gebarsten
  3. is gebarsten
  4. zijn gebarsten
  5. zijn gebarsten
  6. zijn gebarsten
v.v.t.
  1. was gebarsten
  2. was gebarsten
  3. was gebarsten
  4. waren gebarsten
  5. waren gebarsten
  6. waren gebarsten
o.t.t.t.
  1. zal barsten
  2. zult barsten
  3. zal barsten
  4. zullen barsten
  5. zullen barsten
  6. zullen barsten
o.v.t.t.
  1. zou barsten
  2. zou barsten
  3. zou barsten
  4. zouden barsten
  5. zouden barsten
  6. zouden barsten
diversen
  1. barst!
  2. barst!
  3. gebarsten
  4. barstende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

barsten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de barsten (scheuren; sprongen)
    la grietas; la hendiduras; la fisuras
  2. de barsten (krakken)
    la grietas; la rajas; la hendiduras
    • grietas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rajas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hendiduras [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor barsten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fisuras barsten; scheuren; sprongen
grietas barsten; krakken; scheuren; sprongen
hendiduras barsten; krakken; scheuren; sprongen
quebrar knakken
rajas barsten; krakken
resquebrajarse knakken
romper afbraak; inscheuren; kapotmaken; knakken; sloop; verscheuring
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abrirse bruscamente barsten; losspringen; openspringen
abrirse de golpe barsten; losspringen; openspringen openklappen
estallar barsten; losspringen; openspringen aan stukken springen; aanleren; afsnauwen; breken; eigen maken; exploderen; klappen; knallen; kwakken; leren; losbarsten; losbranden; losbreken; met opzet kapotmaken; neerkwakken; neerploffen; ontploffen; openbranden; oppikken; opsteken; over iets springen; ploffen; smakken; springen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uiteenspatten; uitvallen tegen; vanaf springen; verwerven
fracturar barsten; losspringen; openspringen aan stukken breken; breken; kapot gaan; kapotgaan; kapotmaken; met opzet kapotmaken; moeren; mollen; onklaar raken; sneuvelen; stuk gaan; stukbreken; stukgaan
quebrantar barsten; losspringen; openspringen begeven; flippen; geweld gebruiken; in elkaar slaan; kapotgaan; kapotmaken; knakken; moeren; mollen; onklaar raken; schofferen; stukgaan; toetakelen
quebrar barsten; losspringen; openspringen aan stukken breken; afbreken; begeven; beëindigen; breken; flippen; forceren; in stukken breken; ingooien; kapot gaan; kapotbreken; kapotgaan; knakken; met opzet kapotmaken; onklaar raken; ontbinden; opheffen; sneuvelen; stuk gaan; stukbreken; stukgaan; stukmaken; verbreken; verbrijzelen
rajarse barsten; losspringen; openspringen aan stukken springen
refractar barsten; losspringen; openspringen begeven; breken; flippen; kapot gaan; kapotgaan; kapotmaken; knakken; moeren; mollen; onklaar raken; sneuvelen; stuk gaan; stukgaan
resquebrajarse barsten; losspringen; openspringen aan stukken springen
romper barsten; losspringen; openspringen aan stukken breken; afbreken; beëindigen; binnenbreken; breken; fijnmaken; forceren; in stukken breken; ingooien; inhakken; inhouwen; kapot gaan; kapot maken; kapot scheuren; kapotbreken; kapotgaan; kapotgooien; kapotmaken; knappen; losrukken; losscheuren; lostrekken; met opzet kapotmaken; moeren; mollen; onklaar raken; ontbinden; opheffen; platdrukken; ruineren; slechten; slopen; sneuvelen; stuk gaan; stukbreken; stukgaan; stukgooien; stukmaken; verbreken; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; vernielen; vernietigen; verpletteren; verscheuren; verwoesten
saltar barsten; losspringen; openspringen afsteken; een knippend geluid maken; een sprongetje maken; eruit springen; in het oog lopen; induiken; kletteren; opspringen; opvallen; overheen springen; overspringen; rammelen; springen; uitspringen; uitsteken
¡que te revientes! barsten; kunnen stikken
¡vete a la mierda! barsten; kunnen stikken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
¡vete a la mierda! sodemieter op!

Verwante woorden van "barsten":


Wiktionary: barsten

barsten
verb
  1. heftig breken of uiteenspatten

Cross Translation:
FromToVia
barsten reventar burst — to break from internal pressure