Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geraken (Nederlands) in het Spaans

geraken:

geraken werkwoord (geraak, geraakt, geraakte, geraakten, geraakt)

  1. geraken (belanden; terechtkomen; verzeilen)
    venir a parar; salir; acabar; llegar; ir a parar; resultar
  2. geraken (terecht komen)
    llegar; alcanzar; allegarse; apearse; acercarse

Conjugations for geraken:

o.t.t.
  1. geraak
  2. geraakt
  3. geraakt
  4. geraken
  5. geraken
  6. geraken
o.v.t.
  1. geraakte
  2. geraakte
  3. geraakte
  4. geraakten
  5. geraakten
  6. geraakten
v.t.t.
  1. ben geraakt
  2. bent geraakt
  3. is geraakt
  4. zijn geraakt
  5. zijn geraakt
  6. zijn geraakt
v.v.t.
  1. was geraakt
  2. was geraakt
  3. was geraakt
  4. waren geraakt
  5. waren geraakt
  6. waren geraakt
o.t.t.t.
  1. zal geraken
  2. zult geraken
  3. zal geraken
  4. zullen geraken
  5. zullen geraken
  6. zullen geraken
o.v.t.t.
  1. zou geraken
  2. zou geraken
  3. zou geraken
  4. zouden geraken
  5. zouden geraken
  6. zouden geraken
diversen
  1. geraak!
  2. geraakt!
  3. geraakt
  4. gerakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor geraken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acabar afmaken; afwerken
acercarse naderen; tegemoetkomen
salir heengaan; vertrekken; weggaan
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acabar belanden; geraken; terechtkomen; verzeilen afkrijgen; aflopen; afmaken; afronden; afsluiten; afwerken; beëindigen; completeren; een einde maken aan; eindigen; figureren; klaarkrijgen; klaarmaken; ledigen; leegdrinken; leegmaken; opdrinken; opgebruiken; ophouden; opkrijgen; opmaken; stoppen; ten einde lopen; uitdrinken; uithebben; uitkrijgen; volbrengen; volmaken; voltooien
acercarse geraken; terecht komen aankomen; aanvliegen; arriveren; benaderen; bereiken; dichtbijkomen; dichterbij komen; doordringen; erbij komen; naderbij komen; naderen; penetreren in; toenaderen
alcanzar geraken; terecht komen aangeven; aanreiken; achteropkomen; behalen; bereiken; beroeren; binnenbrengen; binnenhalen; brengen; doordringen; gebukt gaan onder; geven; inhalen; inlopen; komen tot; langs brengen; meebrengen; penetreren in; raken; reiken; torsen; treffen; verkrijgen; winnen
allegarse geraken; terecht komen bereiken; doordringen; penetreren in
apearse geraken; terecht komen afklimmen; afstappen; afstijgen; er tussenuit knijpen; er vandoor gaan; omlaagklauteren; omlaagstappen; ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; zich vrijmaken
ir a parar belanden; geraken; terechtkomen; verzeilen
llegar belanden; geraken; terecht komen; terechtkomen; verzeilen aankomen; afsluiten; arriveren; betreden; beëindigen; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; een einde maken aan; eindigen; finishen; ingaan; landen; neerkomen; op de grond komen; ophouden; stoppen; terechtkomen; uithebben; uitkrijgen
resultar belanden; geraken; terechtkomen; verzeilen aan het licht komen; bewaarheid worden; blijken; conveniëren; deugen; geschikt zijn; ontspringen; ontspruiten; ontstaan uit; passen; passend zijn; uitbotten; uitkomen; uitlopen; verschijnen; voor de dag komen; voordoen; voortkomen uit
salir belanden; geraken; terechtkomen; verzeilen afhaken; afreizen; afsluiten; afvallen; afzeggen; afzien van; bewaarheid worden; blijken; conveniëren; de hort op gaan; de plaat poetsen; deugen; eruit gaan; eruitgaan; eruitstappen; ervandoor gaan; extraheren; gaan; geschikt zijn; heengaan; hem smeren; loskomen; loskrijgen; losmaken; lostornen; naar de vijand overlopen; ontglippen; ontkomen; ontslagen worden; ontsnappen aan; ontvluchten; op vrije voeten gesteld worden; opbreken; opgeven; ophouden; opstappen; passen; passend zijn; reizen; rondreizen; smeren; stappen; stoppen; tornen; trekken; uitgaan; uithalen; uitkomen; uitrijden; uitstappen; uittrekken; verdwijnen; verlaten; vertrekken; verwijderen; vluchten; vooraan staan; vooruitspringen; vooruitsteken; vrijkomen; weggaan; wegkomen; weglopen; wegreizen; wegrennen; wegtrekken; zich uit de voeten maken; zich vrijmaken; zwerven
venir a parar belanden; geraken; terechtkomen; verzeilen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
salir uitkomen; uitstromen

Verwante vertalingen van geraken