Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geselecteerd (Nederlands) in het Spaans

geselecteerd:

geselecteerd bijvoeglijk naamwoord

  1. geselecteerd (dierbaar; favoriete; lievelings; verkoren; toegenegen)
    querida; favorito; querido; cariñoso; amable; amado; preferido; escogido; preciado; exclusivo; privilegiado; preferente; exclusive
  2. geselecteerd (waaraan voorkeur is gegeven; verkozen; uitgezocht)
    seleccionado; elegido; escogido; selecto; electo; surtido
  3. geselecteerd (uitgekozen; uitgezocht)
    seleccionado; elegido; escogido; ordenado; clasificado

Vertaal Matrix voor geselecteerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amado beminde; duifje; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefje; liefste; lieve; maatje; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin
cariñoso troeteltje
elegido benoemde
favorito bladwijzer; favoriet; geprefereerde; gunsteling; kanshebber; lieveling; uitverkorene; verkozene
preferido favoriet; geprefereerde; gunsteling; lieveling; schatteboutjes; troetelkind; uitverkorene; verkozene
privilegiado bevoorrechte; voorgetrokkene
querida beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes
querido aanbidder; beminde; duifje; geliefde; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefhebber; liefje; liefste; lieve; lieveling; lievelingetje; lieverd; maatje; minnaar; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoepje; snoes; vriendin; vrijer
surtido assortiment; collectie; keur; keuze; sortering; sortiment
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exclusivo dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren exclusief; select; speciaal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amable dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; attent; attractief; bedaard; behulpzaam; bekoorlijk; beminnelijk; bereidwillig; bevallig; braaf; charmant; comfortabel; coöperatief; deugdzaam; fijn; gedienstig; geestig; geinig; gelijkmoedig; gemakkelijk; genegenheid opwekkend; genoeglijk; geriefelijk; geschikt; goedaardig; goedhartig; grappig; hartelijk; hulpvaardig; innemend; inschikkelijk; jofel; kalm; kalmpjes; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; lief; lollig; medewerkend; minnelijk; minzaam; mooi; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; sereen; sympathiek; tegemoetkomend; toeschietelijk; tof; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; welwillend; zachtaardig; zoet
amado dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren bemind; beminde; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen
cariñoso dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren aanhankelijk; attractief; diep; fraai; goed ogend; innig; intens; intiem; knap; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; mooi; vertrouwelijk; welgevallig
clasificado geselecteerd; uitgekozen; uitgezocht assorti; gerangschikt; gesorteerd; opgeruimd; ordelijk
electo geselecteerd; uitgezocht; verkozen; waaraan voorkeur is gegeven gekozen; uitverkoren
elegido geselecteerd; uitgekozen; uitgezocht; verkozen; waaraan voorkeur is gegeven gekozen; select; uitverkoren
escogido dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; uitgekozen; uitgezocht; verkoren; verkozen; waaraan voorkeur is gegeven aanlokkelijk; gekozen; ideaal; kieskeurig; lekker; perfect; smakelijk; uitverkoren; verlokkend; volmaakt
exclusive dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren buiten; select; zonder
favorito dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren bij voorkeur; dierbare; favoriet; geliefde; gevraagd; gunstige; het meest gewild; liefst; preferent; uitverkoren; veelbelovende; voorspoedige
ordenado geselecteerd; uitgekozen; uitgezocht fatsoenlijk; geordend; goed geordend; methodisch; netjes; opgeruimd; ordelijk gemaakt; ordentelijk; planmatig; proper; schoon; sec; stelselmatig; systematisch; welgeordend; zindelijk
preciado dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren uitverkoren
preferente dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren preferent
preferido dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren bij voorkeur; dierbare; favoriet; geliefde; het meest gewild; liefst; preferent; uitverkoren
privilegiado dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren bevoorrecht; geprivilegeerd; preferent
querida dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren
querido dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren begeerlijk; begerenswaardig; bemind; beminde; beste; dierbaar; dierbare; elegant; geliefd; geliefde; getapt; gevraagd; gewenst; gewild; gracieus; lief; lieve; sierlijk; toegenegen; uitverkoren; verlangd; wenselijk
seleccionado geselecteerd; uitgekozen; uitgezocht; verkozen; waaraan voorkeur is gegeven assorti; gekozen; gesorteerd; uitverkoren
selecto geselecteerd; uitgezocht; verkozen; waaraan voorkeur is gegeven select
surtido geselecteerd; uitgezocht; verkozen; waaraan voorkeur is gegeven

selecteren:

selecteren werkwoord (selecteer, selecteert, selecteerde, selecteerden, geselecteerd)

  1. selecteren (kiezen; uitzoeken; uitkiezen; )

Conjugations for selecteren:

o.t.t.
  1. selecteer
  2. selecteert
  3. selecteert
  4. selecteren
  5. selecteren
  6. selecteren
o.v.t.
  1. selecteerde
  2. selecteerde
  3. selecteerde
  4. selecteerden
  5. selecteerden
  6. selecteerden
v.t.t.
  1. heb geselecteerd
  2. hebt geselecteerd
  3. heeft geselecteerd
  4. hebben geselecteerd
  5. hebben geselecteerd
  6. hebben geselecteerd
v.v.t.
  1. had geselecteerd
  2. had geselecteerd
  3. had geselecteerd
  4. hadden geselecteerd
  5. hadden geselecteerd
  6. hadden geselecteerd
o.t.t.t.
  1. zal selecteren
  2. zult selecteren
  3. zal selecteren
  4. zullen selecteren
  5. zullen selecteren
  6. zullen selecteren
o.v.t.t.
  1. zou selecteren
  2. zou selecteren
  3. zou selecteren
  4. zouden selecteren
  5. zouden selecteren
  6. zouden selecteren
en verder
  1. ben geselecteerd
  2. bent geselecteerd
  3. is geselecteerd
  4. zijn geselecteerd
  5. zijn geselecteerd
  6. zijn geselecteerd
diversen
  1. selecteer!
  2. selecteert!
  3. geselecteerd
  4. selecterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor selecteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
seleccionar selecteren; uitzoeken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
seleccionar kiezen; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; ziften arrangeren; groeperen; indelen; ordenen; orderverzamelen; rangeren; schiften; sorteren; systematiseren; uitloten; uitzoeken

Wiktionary: selecteren


Cross Translation:
FromToVia
selecteren seleccionar sélectionnerchoisir (généralement le meilleur ou les meilleurs) parmi un groupe.
selecteren escoger; seleccionar; apartar; segregar; separar; dispersar trierséparer ce que l'on souhaite garder et ce que l'on souhaite jeter.