Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. geweld gebruiken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geweld gebruiken (Nederlands) in het Spaans

geweld gebruiken:

geweld gebruiken werkwoord

  1. geweld gebruiken
    avanzar; imponer; atacar; arrebatar; forzar; asaltar; violar; atracar; agraviar; quebrantar; infringir; asediar

Vertaal Matrix voor geweld gebruiken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atacar aantasten; aanvallen; attaqueren; een uitval doen
avanzar vooruitgaan; vorderen
violar aanranden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agraviar geweld gebruiken afgeven op; belasteren; beschimpen; bespotten; doordrijven; dwingen; forceren; grieven; krenken; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; pijn doen; smaden; uitschelden; verzwaren; zeer doen; zwaarder maken
arrebatar geweld gebruiken aanrekenen; aanwrijven; achteroverdrukken; berispen; beschuldigen; blameren; doordrijven; gappen; gispen; iemand iets verwijten; inpikken; jatten; kwalijk nemen; laken; nadragen; ontvreemden; ontworstelen; ontwringen; pikken; stelen; verdonkeremanen; verhuizen; verkassen; vervreemden; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; wegkapen; wegpikken; zich door te worstelen bevrijden
asaltar geweld gebruiken aanvallen; afstormen op; attaqueren; belegeren; beroven; bestormen; binnenspringen; doordrijven; iemand overvallen met iets; overrompelen; overvallen; roven; verrassen; zich aan iemand vergrijpen
asediar geweld gebruiken belegeren; doordrijven
atacar geweld gebruiken aanvallen; aanvechten; afsluiten; attaqueren; belegeren; bestormen; bestrijden; betwisten; dichtdoen; doordrijven; grijpen; onteren; ontwijden; overvallen; schofferen; sluiten; toedoen; toemaken; toeslaan
atracar geweld gebruiken doordrijven; iemand overvallen met iets; overrompelen; overvallen; schofferen; verrassen
avanzar geweld gebruiken aanrukken; aflopen; bevorderd worden; doordrijven; hogerop komen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opmarcheren; oprukken; opschieten; reppen; snellen; spoeden; verder komen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; vliegen; voorbijgaan; voortschrijden; vooruitbrengen; vooruitgaan; vooruitkomen; vorderen; zich haasten; zich opwerken; zich spoeden
forzar geweld gebruiken afdwingen; doordrijven; dwingen; forceren; kraken; losbreken; noodzaken tot; onteren; ontwijden; openbreken; openrukken; opentrappen; overbelasten
imponer geweld gebruiken aandringen; aangeven; aanhouden; casseren; declareren; doordrukken; doorduwen; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; eerbied inboezemen; inleggen; invoegen; op iets aandringen; opdringen; tussenleggen; verplichten
infringir geweld gebruiken doordrijven; dwingen; forceren
quebrantar geweld gebruiken barsten; begeven; flippen; in elkaar slaan; kapotgaan; kapotmaken; knakken; losspringen; moeren; mollen; onklaar raken; openspringen; schofferen; stukgaan; toetakelen
violar geweld gebruiken aanranden; inbreuk maken; misbruiken; onteren; ontheiligen; ontwijden; overtreden; schenden; verkrachten; zich aan iemand vergrijpen

Verwante vertalingen van geweld gebruiken