Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. hoofdwoord:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoofdwoord (Nederlands) in het Spaans

hoofdwoord:

hoofdwoord [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. hoofdwoord (lemma)
    la entrada; el artículo; la palabra clave; la palabra principal

Vertaal Matrix voor hoofdwoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artículo hoofdwoord; lemma artikel; beding; bouwstof; clausule; ding; essay; goed; grondstof; item; lidwoord; materiaal; object; verhandeling; voorwerp; zaak; zinsnede
entrada hoofdwoord; lemma aanbetaling; aankomst; binnenkomst; boeking; deur; entree; hal; huisdeur; ingang; inkomst; inlaat; inrit; inschrijving; intocht; intrede; invaart; inval; invasie; invoer; komst; oprijlaan; oprit; plaatsing van artikel; politie-inval; portaal; schouwburgkaartje; toegang; toelating; vermelding; vestibule; voorportaal
palabra clave hoofdwoord; lemma codewoord; kernwoord; sleutelwoord; steekwoord; trefwoord
palabra principal hoofdwoord; lemma
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
artículo bericht