Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. incorrectheid:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor incorrectheid (Nederlands) in het Spaans

incorrectheid:

incorrectheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. incorrectheid (fout; onjuistheid; feil)
    la falta; la equivocación; el error; el desacierto; el fallo; el chivo; el defecto; el fracaso
    • falta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • equivocación [la ~] zelfstandig naamwoord
    • error [el ~] zelfstandig naamwoord
    • desacierto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fallo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • chivo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • defecto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fracaso [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor incorrectheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chivo feil; fout; incorrectheid; onjuistheid bok; hertebok; kraan; mannetjesgeit; rammelaar; waterkraan
defecto feil; fout; incorrectheid; onjuistheid afwijking; defect; euvel; feil; fout; gebrek; handicap; machinedefect; manco; mankement; onvolkomenheid; tekort; zwakheid
desacierto feil; fout; incorrectheid; onjuistheid afgang; echec; fiasco; flop; mislukking; misser
equivocación feil; fout; incorrectheid; onjuistheid abuis; blunder; domheid; dwaling; flater; fout; giller; misgreep; misrekening; misschot; misser; misslag; misstap; misverstand; spreekfout; vergissing
error feil; fout; incorrectheid; onjuistheid abuis; blunder; bug; communicatiestoornis; communicatiestoring; domheid; dwaling; feil; flater; fout; gebrek; giller; misgreep; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing
fallo feil; fout; incorrectheid; onjuistheid abuis; afgang; blunder; domheid; dwaling; echec; feil; fiasco; flater; flop; fout; gebrek; giller; het uitspreken; manco; misgreep; mislukking; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; oordeelvelling; schuldigverklaring; tekort; tekortkoming; uitspraak; vergissing; veroordeling; vonnis
falta feil; fout; incorrectheid; onjuistheid aantasting; abuis; blunder; deficit; delict; domheid; dwaling; feil; flater; fout; gebrek; giller; inbreuk; manco; misgreep; misslag; onbillijkheid; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid; overtreding; schending; schennis; tekort; verdragsschending; vergissing; vergrijp; zwakheid
fracaso feil; fout; incorrectheid; onjuistheid afgang; blunder; echec; enormiteit; fiasco; flater; flop; inzakking; knak; kneusje; knik; malaise; mislukkeling; mislukking; misschot; misser; slapheid; slapte; stuklopen; vastlopen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
error fout