Nederlands

Uitgebreide vertaling voor indringend (Nederlands) in het Spaans

indringend:

indringend bijvoeglijk naamwoord

  1. indringend (schel klinkend; doordringend; scherp)
    agudo; áspero; intenso; acre; fuerte; duro; agrio; severo; deslumbrante; estridente; chillón; penetrante; encarnizado; con énfasis; con insistencia

Vertaal Matrix voor indringend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chillón brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk
fuerte citadel; deurslot; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterke kant; sterke zijde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acre doordringend; indringend; schel klinkend; scherp bitter teleurgesteld; fel; felle; gevat; hanig; meedogenloos; pinnig; puntig; scherp; scherp gepunt; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snibbig; uitgeslapen; verbitterd; vinnig; vlijmend; vlijmscherp; wreed
agrio doordringend; indringend; schel klinkend; scherp bitter; chagrijnig; galachtig; knorrig; korzelig; nors; nurks; puntig; scherp gepunt; wrangig; zuur
agudo doordringend; indringend; schel klinkend; scherp acuut; adrem; behendig; beklemmend; bekwaam; bijdehand; bitter teleurgesteld; clever; felle; gevat; handig; hard; hoog; intelligent; intens; intensief; kien; knellend; kundig; met een scherp oog; nauwlettend; nijpend; pienter; puntig; raak; schel; scherp; scherp gepunt; scherpklinkend; scherpzinnig; schrander; schril; slim; smartelijk; snedig; snerpend; snugger; spits; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; verbitterd; vlijmend; vlijmscherp
chillón doordringend; indringend; schel klinkend; scherp agressief; bitter teleurgesteld; felgekleurd; felle; gewelddadig; krijserig; op afgebeten toon; scherp; schreeuwerig; schril; snijdend; verbitterd; vlijmend; vlijmscherp
con insistencia doordringend; indringend; schel klinkend; scherp klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk
con énfasis doordringend; indringend; schel klinkend; scherp klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; uitdrukkelijk
deslumbrante doordringend; indringend; schel klinkend; scherp oogverblindend; schitterend; verblindend
duro doordringend; indringend; schel klinkend; scherp agressief; direct; eigenwijs; eigenzinnig; emotieloos; genadeloos; gevoelloos; gewelddadig; hard; hardhandig; hardhoofdig; hardop; hardvochtig; harteloos; lastig; liefdeloos; luid; meedogenloos; moeilijk; niet makkelijk; onbarmhartig; onbuigzaam; ongemakkelijk; ongenadig; ongevoelig; ongezouten; onverzettelijk; onzacht; ruw; stijfjes; stijfkoppig; stug; taai; volhoudend; week; zielloos; zwaar; zwak
encarnizado doordringend; indringend; schel klinkend; scherp bitter teleurgesteld; felle; grimmig; heftig; onbeheerst; onderdrukt; onstuimig; opgekropt; scherp; verbeten; verbitterd; verkropt; vlijmend; vlijmscherp
estridente doordringend; indringend; schel klinkend; scherp bitter teleurgesteld; felle; grimmig; heftig; krijserig; onbeheerst; onderdrukt; onstuimig; opgekropt; opzichtig; protserig; scherpklinkend; schreeuwerig; verbeten; verbitterd; verkropt
fuerte doordringend; indringend; schel klinkend; scherp bitter teleurgesteld; blijvend; breed; dapper; degelijke; duurzaam; duurzame; felle; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; grimmig; hard; hardop; heldhaftig; heroïsch; hoog; intens; intensief; keihard; kloek; krachtig; luid; massief; met een krachtige uitwerking; met hoge snelheid; moedig; moreel sterk; onderdrukt; onverschrokken; opgekropt; pittig; potig; robuust; schel; scherp; schril; snerpend; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stout; stoutmoedig; straf; struis; uit de kluiten gewassen; verbeten; verbitterd; verkropt; zwaar; zwaargebouwd
intenso doordringend; indringend; schel klinkend; scherp beslist; besluitvaardig; bezet; bitter teleurgesteld; diep; diepgevoeld; druk; drukbezet; felle; gedecideerd; grimmig; heftig; hevig; innig; intens; intensief; kordaat; nijpend; onbeheerst; onderdrukt; onstuimig; opgekropt; resoluut; smartelijk; vastberaden; verbeten; verbitterd; verkropt
penetrante doordringend; indringend; schel klinkend; scherp beklemmend; bijtende; hard; hoog; indringende; indringerig; knellend; nijpend; op afgebeten toon; penetrant; schel; scherp; schril; smartelijk; snerpend; snijdend; stekend; vlijmend; vlijmscherp
severo doordringend; indringend; schel klinkend; scherp corpulent; dik; emotieloos; gestreng; gevoelloos; gezet; hard; hardop; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; lijvig; luid; niet toegevend; ongevoelig; onvermurwbaar; scherp; streng; strikt; stringent; vlijmend; vlijmscherp; zielloos; zwaarlijvig
áspero doordringend; indringend; schel klinkend; scherp bits; geaccidenteerd; gevat; hees; hobbelig; kattig; koppig; oneffen; ongelijkmatig; onvriendelijk; onwillig; pinnig; puntig; ruige; scherp; scherp gepunt; scherpzinnig; schofterig; schor; schrander; slim; snauwerig; snedig; snibbig; spinnig; tegendraads; uitgeslapen; vinnig; vlijmend; vlijmscherp; week; weerbarstig; weerspannig; zwak

Verwante woorden van "indringend":

  • indringendheid

indringend vorm van indringen:

indringen werkwoord (dring in, dringt in, drong in, drongen in, ingedrongen)

  1. indringen (infiltreren; binnendringen)
    intrusiar; adentrar; invadir; entrar en; infiltrarse; penetrar en
  2. indringen (binnendringen; penetreren)
    chusmear; penetrar; intrusiar

Conjugations for indringen:

o.t.t.
  1. dring in
  2. dringt in
  3. dringt in
  4. dringen in
  5. dringen in
  6. dringen in
o.v.t.
  1. drong in
  2. drong in
  3. drong in
  4. drongen in
  5. drongen in
  6. drongen in
v.t.t.
  1. ben ingedrongen
  2. bent ingedrongen
  3. is ingedrongen
  4. zijn ingedrongen
  5. zijn ingedrongen
  6. zijn ingedrongen
v.v.t.
  1. was ingedrongen
  2. was ingedrongen
  3. was ingedrongen
  4. waren ingedrongen
  5. waren ingedrongen
  6. waren ingedrongen
o.t.t.t.
  1. zal indringen
  2. zult indringen
  3. zal indringen
  4. zullen indringen
  5. zullen indringen
  6. zullen indringen
o.v.t.t.
  1. zou indringen
  2. zou indringen
  3. zou indringen
  4. zouden indringen
  5. zouden indringen
  6. zouden indringen
en verder
  1. is ingedrongen
diversen
  1. dring in!
  2. dringt in!
  3. ingedrongen
  4. indringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor indringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
invadir binnenvallen; invallen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adentrar binnendringen; indringen; infiltreren detineren; doordringen; gevangenhouden; in hechtenis houden; penetreren; vasthouden
chusmear binnendringen; indringen; penetreren
entrar en binnendringen; indringen; infiltreren aankomen; aanvangen; arriveren; beginnen; betreden; binnendringen; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenmarcheren; binnenrijden; binnenstappen; binnenstromen; binnentreden; binnentrekken; binnenvallen; doordringen; haven binnenvaren; ingaan; inpassen; inrijden; instromen; invallen; massaal opkomen; onverwachts langskomen; passen in; penetreren; starten; toestromen; van start gaan
infiltrarse binnendringen; indringen; infiltreren
intrusiar binnendringen; indringen; infiltreren; penetreren binnen gaan; penetreren
invadir binnendringen; indringen; infiltreren bekruipen; bevangen; binnendringen; binnenmarcheren; binnentrekken; binnenvallen; haven binnenvaren; het gevoel krijgen; invallen; onverwachts langskomen
penetrar binnendringen; indringen; penetreren bereiken; binnen gaan; doordringen; penetreren; penetreren in
penetrar en binnendringen; indringen; infiltreren binnendringen; binnenmarcheren; binnentrekken; binnenvallen; haven binnenvaren; invallen