Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. konkelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor konkelen (Nederlands) in het Spaans

konkelen:

konkelen werkwoord (konkel, konkelt, konkelde, konkelden, gekonkeld)

  1. konkelen (intrigeren; kuipen)
    contribuir; intrigar; aportar; enredar; hacer entrar

Conjugations for konkelen:

o.t.t.
  1. konkel
  2. konkelt
  3. konkelt
  4. konkelen
  5. konkelen
  6. konkelen
o.v.t.
  1. konkelde
  2. konkelde
  3. konkelde
  4. konkelden
  5. konkelden
  6. konkelden
v.t.t.
  1. heb gekonkeld
  2. hebt gekonkeld
  3. heeft gekonkeld
  4. hebben gekonkeld
  5. hebben gekonkeld
  6. hebben gekonkeld
v.v.t.
  1. had gekonkeld
  2. had gekonkeld
  3. had gekonkeld
  4. hadden gekonkeld
  5. hadden gekonkeld
  6. hadden gekonkeld
o.t.t.t.
  1. zal konkelen
  2. zult konkelen
  3. zal konkelen
  4. zullen konkelen
  5. zullen konkelen
  6. zullen konkelen
o.v.t.t.
  1. zou konkelen
  2. zou konkelen
  3. zou konkelen
  4. zouden konkelen
  5. zouden konkelen
  6. zouden konkelen
diversen
  1. konkel!
  2. konkelt!
  3. gekonkeld
  4. konkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor konkelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aportar erin brengen; inbrengen
contribuir erin brengen; inbrengen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aportar intrigeren; konkelen; kuipen bijdragen; iets in te brengen hebben; inbrengen; meehelpen
contribuir intrigeren; konkelen; kuipen assisteren; bijdragen; handreiken; iets in te brengen hebben; inbrengen; insturen; inzenden; meehelpen
enredar intrigeren; konkelen; kuipen aanblazen; aanstoken; aanwakkeren; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; compliceren; ingewikkeld maken; moeilijk maken; neppen; obsederen; omlijnen; oppoken; opstoken; poken; sjoemelen; stoken; verwikkelen
hacer entrar intrigeren; konkelen; kuipen
intrigar intrigeren; konkelen; kuipen benieuwen; boeien; fascineren; intrigeren; obsederen