Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. logement:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor logement (Nederlands) in het Spaans

logement:

logement [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het logement (gasthuis; herberg)
    la casa de huéspedes; la fonda

Vertaal Matrix voor logement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
casa de huéspedes gasthuis; herberg; logement herberg; hotel; kosthuis; pension
fonda gasthuis; herberg; logement buffet; koud buffet

Verwante woorden van "logement":

  • logementen