Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. muren:
  2. muur:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor muren (Nederlands) in het Spaans

muren:

muren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de muren (wanden)
    el muros; la mamparas; la paredes
    • muros [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mamparas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • paredes [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor muren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mamparas muren; wanden
muros muren; wanden
paredes muren; wanden

Verwante woorden van "muren":


muur:

muur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de muur (heining)
    la pared; el muro
    • pared [la ~] zelfstandig naamwoord
    • muro [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor muur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
muro heining; muur kamerwand; wand
pared heining; muur afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot

Verwante woorden van "muur":

  • muren, muurtje, muurtjes

Verwante definities voor "muur":

  1. rechtopstaande, stenen wand1
    • ik schilder de muren van mijn huis wit1

Wiktionary: muur

muur
noun
  1. verticale vlakke constructie van steen
  2. plant

Cross Translation:
FromToVia
muur barrera MauerSport, Fußball: Reihe von Spielern, die sich bei einem Freistoß vor den Ball stellen
muur pared; muro; tapia; muralla Mauer — Wand eines Gebäudes aus Stein, Beton oder auch Lehm
muur muro; pared; muralla Mauer — Bauwerk in Form einer freistehenden Wand (manchmal mit einem Gang darin)
muur muro; muralla wall — defensive rampart built up of earth, stone etc.
muur muro; muralla wall — structure built for defense surrounding or separating an area
muur pared; tabique; muralla wall — permanent, substantial side or division in a building

Verwante vertalingen van muren