Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. nazitten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nazitten (Nederlands) in het Spaans

nazitten:

nazitten werkwoord (zit na, zat na, zaten na, nagezeten)

  1. nazitten (achtervolgen; achternazitten; volgen)
    perseguir

Conjugations for nazitten:

o.t.t.
  1. zit na
  2. zit na
  3. zit na
  4. zitten na
  5. zitten na
  6. zitten na
o.v.t.
  1. zat na
  2. zat na
  3. zat na
  4. zaten na
  5. zaten na
  6. zaten na
v.t.t.
  1. heb nagezeten
  2. hebt nagezeten
  3. heeft nagezeten
  4. hebben nagezeten
  5. hebben nagezeten
  6. hebben nagezeten
v.v.t.
  1. had nagezeten
  2. had nagezeten
  3. had nagezeten
  4. hadden nagezeten
  5. hadden nagezeten
  6. hadden nagezeten
o.t.t.t.
  1. zal nazitten
  2. zult nazitten
  3. zal nazitten
  4. zullen nazitten
  5. zullen nazitten
  6. zullen nazitten
o.v.t.t.
  1. zou nazitten
  2. zou nazitten
  3. zou nazitten
  4. zouden nazitten
  5. zouden nazitten
  6. zouden nazitten
en verder
  1. ben nagezeten
  2. bent nagezeten
  3. is nagezeten
  4. zijn nagezeten
  5. zijn nagezeten
  6. zijn nagezeten
diversen
  1. zit na!
  2. zit na!
  3. nagezeten
  4. nazittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor nazitten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perseguir achtervolgen; volgen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perseguir achternazitten; achtervolgen; nazitten; volgen berechten; erdoor jagen; gerechtelijk vervolgen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; najagen; nastreven; opschieten; reppen; snellen; spoeden; stressen; trachten te verkrijgen; vervolgen; vliegen; zich haasten; zich spoeden