Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onafgebroken (Nederlands) in het Spaans

onafgebroken:

onafgebroken bijvoeglijk naamwoord

  1. onafgebroken (voortdurend; constant; ononderbroken; )
    continuamente; continuo; constante; cada vez; incesante; permanente; constantemente; ininterrumpido; en todo momento; sin acabar; sin interrupción
  2. onafgebroken (onophoudelijk; ononderbroken; voortdurend; )
    ininterrumpido; constante; incesante

Vertaal Matrix voor onafgebroken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
permanente krullenkapsel; permanent; permanentje
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
constante constante
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cada vez aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend elke keer; iedere keer; steeds opnieuw; telkens
constante aaneengesloten; aanhoudend; constant; continu; continue; doorlopend; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend altijddurend; bestendig; blijvend; constant; continue; doorlopend; eeuwig; effen; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; in elk geval; in ieder geval; indifferent; laconiek; lauw; niet aflatend; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onveranderlijk; onverflauwd; onverminderd; onvermoeibaar; onvermoeid; onverschillig; van één kleur
constantemente aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aldoor; almaar; altijd; bestendig; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; gedurig; immer; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onvermoeid; permanent; steeds; telkens; voortdurend
continuamente aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aldoor; almaar; altijd; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gedurig; immer; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onvermoeid; permanent; steeds; telkens; uitentreuren; voortdurend
continuo aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aanhoudend; altijddurend; blijvend; constant; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; eeuwig; hardnekkig; onverdroten; onvermoeibaar; onvermoeid; voortdurend
en todo momento aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
incesante aaneengesloten; aanhoudend; constant; continu; continue; doorlopend; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig; niet aflatend
ininterrumpido aaneengesloten; aanhoudend; constant; continu; continue; doorlopend; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend doorgaand; doorlopend
permanente aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend altijddurend; blijvend; constant; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; duurzame; eeuwig; voortdurend
sin acabar aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend
sin interrupción aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend; zonder onderbreking

Wiktionary: onafgebroken


Cross Translation:
FromToVia
onafgebroken continuo continuel — Qui ne cesser pas ou cesse rarement.
onafgebroken permanente; continuo; estable; perenne; contínuo permanent — Qui est stable, immuable, qui dure sans changer, qui dure constamment.