Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ongestoord (Nederlands) in het Spaans

ongestoord:

ongestoord bijvoeglijk naamwoord

  1. ongestoord (ongehinderd; vrijuit; onverstoord; ongemoeid)
    impasible; inalterable; sin trabas; inmutable; imperturbable; impertérrito; sin estorbos; con indiferencia; sin interrupciones; sin interferencias

Vertaal Matrix voor ongestoord:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
con indiferencia ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit ongeïnteresseerd; onverschillig; onverstoorbaar
impasible ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit bedaard; doodgemoedereerd; doodkalm; gelijkmoedig; geplaveid; kalm; kalmpjes; koel; koen; koud; kranig; manmoedig; onaandoenlijk; onaangedaan; onbeducht; onbegaan; onberoerd; onbevreesd; onbewogen; onderkoeld; ongevoelig; onverschrokken; onvervaard; rustig; sereen; stoutmoedig; verhard; vermetel
imperturbable ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit bedaard; gelaten; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; onderkoeld; ongebruikt; ongeopend; onverkort; onverstoorbaar; rustig; sereen; stoïcijns
impertérrito ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit koen; kranig; manmoedig; nieuw; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbeducht; onbevreesd; ongebruikt; ongeopend; onverkort; onverschrokken; onverstoorbaar; onvervaard; pas gekocht; stoutmoedig; vermetel
inalterable ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; onverstoorbaar
inmutable ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit bedaard; gelijkmoedig; indifferent; kalm; kalmpjes; laconiek; lauw; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; onderkoeld; ongebruikt; ongeopend; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; rustig; sereen
sin estorbos ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit onbelemmerd
sin interferencias ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit
sin interrupciones ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit
sin trabas ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit onbegrensd; onbelemmerd; onbepaald; onbeperkt; onbewimpeld; ongelimiteerd; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit