Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ontzag:
  2. ontzien:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontzag (Nederlands) in het Spaans

ontzag:

ontzag [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ontzag (respect; eerbied; achting)
    el respeto; la estima; la estimación; la deferencia

Vertaal Matrix voor ontzag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deferencia achting; eerbied; ontzag; respect achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; huldeblijk; respect
estima achting; eerbied; ontzag; respect achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; inschatting; raming; respect; schatting; taxatie; waardebepaling; waardering; waardeschatting
estimación achting; eerbied; ontzag; respect becijfering; berekening; calculatie; eerbiediging; gissing; inschatting; ontzien; raming; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting
respeto achting; eerbied; ontzag; respect aanzien; achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; huldeblijk; inachtneming; niveau; ontzien; respect; waardering

Verwante woorden van "ontzag":

  • ontzagen

Wiktionary: ontzag


Cross Translation:
FromToVia
ontzag respeto respectsentiment de considération, d’égard envers quelqu’un ou quelque chose, manifesté par une attitude déférente envers celui-ci ou celle-ci.

ontzien:

ontzien [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ontzien (eerbiediging)
    la observancia; el respeto; la estimación; la acatación

ontzien werkwoord (ontzie, ontziet, ontzag, ontzagen, ontzien)

  1. ontzien (in acht nemen; verschonen; sparen)
    respetar; perdonar

Conjugations for ontzien:

o.t.t.
  1. ontzie
  2. ontziet
  3. ontziet
  4. ontzien
  5. ontzien
  6. ontzien
o.v.t.
  1. ontzag
  2. ontzag
  3. ontzag
  4. ontzagen
  5. ontzagen
  6. ontzagen
v.t.t.
  1. heb ontzien
  2. hebt ontzien
  3. heeft ontzien
  4. hebben ontzien
  5. hebben ontzien
  6. hebben ontzien
v.v.t.
  1. had ontzien
  2. had ontzien
  3. had ontzien
  4. hadden ontzien
  5. hadden ontzien
  6. hadden ontzien
o.t.t.t.
  1. zal ontzien
  2. zult ontzien
  3. zal ontzien
  4. zullen ontzien
  5. zullen ontzien
  6. zullen ontzien
o.v.t.t.
  1. zou ontzien
  2. zou ontzien
  3. zou ontzien
  4. zouden ontzien
  5. zouden ontzien
  6. zouden ontzien
en verder
  1. ben ontzien
  2. bent ontzien
  3. is ontzien
  4. zijn ontzien
  5. zijn ontzien
  6. zijn ontzien
diversen
  1. ontzie!
  2. ontziet!
  3. ontzien
  4. ontziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontzien:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acatación eerbiediging; ontzien
estimación eerbiediging; ontzien achting; becijfering; berekening; calculatie; eerbied; gissing; inschatting; ontzag; raming; respect; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting
observancia eerbiediging; ontzien inachtneming
respeto eerbiediging; ontzien aanzien; achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; huldeblijk; inachtneming; niveau; ontzag; respect; waardering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perdonar in acht nemen; ontzien; sparen; verschonen cadeau doen; cadeau geven; doneren; excuseren; excuses aanbieden; geven; gunnen; gunst verlenen; kwijtschelden; schenken; vergeven; vergiffenis schenken; verontschuldigen
respetar in acht nemen; ontzien; sparen; verschonen achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; houden aan; respecteren

Wiktionary: ontzien


Cross Translation:
FromToVia
ontzien deplorar; arrepentirse de; lamentar regretter — Avoir du chagrin de l’absence, de la perte, de la mort de quelqu’un.

Verwante vertalingen van ontzag