Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. paviljoen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor paviljoen (Nederlands) in het Spaans

paviljoen:

paviljoen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het paviljoen
    el pabellón

Vertaal Matrix voor paviljoen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pabellón paviljoen afdak; baldakijn; firmament; hemel; hemelgewelf; hemelkoepel; luifel; stand; stand op jaarbeurs; troonhemel; uitspansel; wimpel; zwerk

Verwante woorden van "paviljoen":

  • paviljoenen, paviljoens, paviljoentje, paviljoentjes

Wiktionary: paviljoen

paviljoen
noun
  1. bijgebouw of afzonderlijk gelegen afdeling (van een ziekenhuis of gesticht)