Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. reisgezelschap:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reisgezelschap (Nederlands) in het Spaans

reisgezelschap:

reisgezelschap [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het reisgezelschap
    la compañía; el grupo de viaje

Vertaal Matrix voor reisgezelschap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compañía reisgezelschap ambachtsgilde; bedrijf; bond; broederschap; club; compagnie; concern; genootschap; gezelschap; gilde; groep mensen; industrie; onderneming; orde; organisatie; societiet; sociëteit; soos; tak van nijverheid; unie; vakgenootschap; vereniging
grupo de viaje reisgezelschap reisgroep

Verwante woorden van "reisgezelschap":

  • reisgezelschappen