Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. spectrum:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spectrum (Nederlands) in het Spaans

spectrum:

spectrum [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het spectrum (scala; gamma)
    la gama; el espectro; la serie
    • gama [la ~] zelfstandig naamwoord
    • espectro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • serie [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spectrum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espectro gamma; scala; spectrum droombeeld; geest; geestverschijning; hersenschim; illusie; schim; schrikbeeld; spook; spookbeeld; spookverschijning; verschijning; waaier
gama gamma; scala; spectrum aaneenschakeling; gamma; keten; ketting; kleurenschaal; kleurenspectrum; reeks; serie; snoer
serie gamma; scala; spectrum aaneenschakeling; cyclus; gelid; keten; ketting; opeenvolging; reeks; rij; rij manschappen; sequens; sequentie; serie; sleep; snoer

Verwante woorden van "spectrum":

  • spectrums

Wiktionary: spectrum

spectrum
noun
  1. kleurenband