Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. strepen:
  2. streep:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor strepen (Nederlands) in het Spaans

strepen:

strepen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de strepen
    el rayos
    • rayos [el ~] zelfstandig naamwoord

strepen werkwoord (streep, streept, streepte, streepten, getreept)

  1. strepen (strepen trekken)

Conjugations for strepen:

o.t.t.
  1. streep
  2. streept
  3. streept
  4. strepen
  5. strepen
  6. strepen
o.v.t.
  1. streepte
  2. streepte
  3. streepte
  4. streepten
  5. streepten
  6. streepten
v.t.t.
  1. ben getreept
  2. bent getreept
  3. is getreept
  4. zijn getreept
  5. zijn getreept
  6. zijn getreept
v.v.t.
  1. was getreept
  2. was getreept
  3. was getreept
  4. waren getreept
  5. waren getreept
  6. waren getreept
o.t.t.t.
  1. zal strepen
  2. zult strepen
  3. zal strepen
  4. zullen strepen
  5. zullen strepen
  6. zullen strepen
o.v.t.t.
  1. zou strepen
  2. zou strepen
  3. zou strepen
  4. zouden strepen
  5. zouden strepen
  6. zouden strepen
diversen
  1. streep!
  2. streept!
  3. getreept
  4. strepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor strepen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rayos strepen bliksems; bliksemslagen; stralen; weerlichten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trazar rayas strepen; strepen trekken arceren; belijnen; liniëren; van lijnen voorzien

Verwante woorden van "strepen":


strepen vorm van streep:

streep [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de streep (lijn; linie)
    la línea; la raya
    • línea [la ~] zelfstandig naamwoord
    • raya [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor streep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
línea lijn; linie; streep aansluiting; band; connectie; gelid; gezichtsrimpel; haal; kras; liaison; lijn; lijntje; link; pennekras; regel; relatie; rij; rimpel; samenhang; schriftlijn; streepje; verband; verbinding
raya lijn; linie; streep afscheiding; band; beschot; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; gezichtsrimpel; haal; haarband; haarlint; hek; hekwerk; kras; lint; pennekras; reep; rij; rimpel; rog; schot; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot; volume
- lijn

Verwante woorden van "streep":


Synoniemen voor "streep":


Verwante definities voor "streep":

  1. verbinding tussen twee punten op een ondergrond1
    • er liep een witte streep over het midden van de weg1

Wiktionary: streep

streep
noun
  1. een min of meer rechte getrokken lijn of lijnstuk

Cross Translation:
FromToVia
streep línea; trazo; rasgo line — path through two or more points, threadlike mark
streep línea ligne — Traductions à trier suivant le sens
streep raya; estría; banda; tira; lista; veta raieligne tracer sur une surface.

Verwante vertalingen van strepen