Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. terrein:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor terrein (Nederlands) in het Spaans

terrein:

terrein [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het terrein (kavel; gebied; perceel; bouwterrein)
    el campo; el terreno; la zona; la región; la parcela; la finca; el edificio; el campamento; el campo de concentración
  2. het terrein (grondgebied; territorium; erf)
    la área
    • área [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. het terrein (zone; gebied; gordel; territorium; streek)
    la comarca; el territorio; la zona; la región
    • comarca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • territorio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • zona [la ~] zelfstandig naamwoord
    • región [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor terrein:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
campamento bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein gevecht; handgemeen; kamp; kampement; kloppartij; knokpartij; legering; legerkamp; legerplaats; matpartij; strijden; tentenkamp; vechtpartij
campo bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein akker; bouwland; emplacement; gevecht; gras; grasmat; grond; kamp; land; landschap; legerplaats; mat; platteland; rayon; rayon van een bedrijf; strijd; veld; worsteling
campo de concentración bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein concentratiekamp; gevecht; kamp; legerplaats; strijd; worsteling
comarca gebied; gordel; streek; terrein; territorium; zone aardigheid; district; gebied; gein; geintje; gekheid; gewest; gouw; grapje; hoek; kanton; landstreek; lolletje; oord; plaats; pretje; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; regio; ressort; scherts; streek
edificio bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein bouwsel; bouwwerk; gebouw; pand
finca bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein boerderij; boerenerf; boerenhoeve; boerenhofstede; bouwsel; bouwwerk; buitenhuis; buitenverblijf; erf; gebouw; heem; hoeve; hof; landhuis; pand
parcela bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein bouwwerk; gebouw; gevecht; kamp; pand; perceel; strijd; worsteling
región bouwterrein; gebied; gordel; kavel; perceel; streek; terrein; territorium; zone aardigheidje; cacheregio; district; gebied; gebiedsdeel; gewest; gouw; hoek; kanton; landstreek; oord; plaats; presentje; provincie; rayon; regio; ressort; rijksdeel; streek
terreno bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein aarde; aardkorst; akker; bodem; bodemoppervlak; bouwland; district; emplacement; gebiedsdeel; grond; stuk land; veld
territorio gebied; gordel; streek; terrein; territorium; zone district; domein; gebiedsdeel; grondgebieden; leefgebied; rayon; rayon van een bedrijf; regio; rijksdeel; streek; territoria; territorium
zona bouwterrein; gebied; gordel; kavel; perceel; streek; terrein; territorium; zone aardigheidje; district; gebied; gebiedsdeel; gewest; gouw; hoek; kanton; landstreek; leefgebied; locatie; oord; plaats; plek; presentje; regio; rijksdeel; streek; territorium; zone; zône
área erf; grondgebied; terrein; territorium gebied; zestienmetergebied
- gebied; vlak

Verwante woorden van "terrein":

  • terreinen, terreintje, terreintjes

Synoniemen voor "terrein":


Verwante definities voor "terrein":

  1. gedeelte van het land, stuk land1
    • de camping lag op een heuvelachtig terrein1
  2. wat bij een vak of hobby hoort1
    • hiermee komen we op het terrein van de geschiedenis1

Wiktionary: terrein

terrein
noun
  1. een stuk grond van enige omvang

Cross Translation:
FromToVia
terrein terreno field — course of study or domain of knowledge or practice
terrein especialidad specialty — that in which one specializes
terrein terreno terrain — area