Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tevoren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tevoren (Nederlands) in het Spaans

tevoren:

tevoren bijwoord

  1. tevoren (van tevoren; vooraf)
    anteriormente; de antemano; previamente; antes; antes de

Vertaal Matrix voor tevoren:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- eerder; vroeger
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- voorheen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anteriormente tevoren; van tevoren; vooraf eerder; eertijds; vantevoren; vooraleer; voordien; voorheen; voormaals; voortijds; vroeger
antes tevoren; van tevoren; vooraf daarvoor; eerder; eertijds; ervoor; liever; te voren; vantevoren; voor; vooraleer; voordien; voorheen; voormaals; voortijds; vroeger
antes de tevoren; van tevoren; vooraf aleer; alvoor; alvorens; eer; vantevoren; voor; vooraleer; voordat
de antemano tevoren; van tevoren; vooraf vantevoren; vooraleer
previamente tevoren; van tevoren; vooraf vantevoren; vooraleer

Synoniemen voor "tevoren":


Antoniemen van "tevoren":


Verwante definities voor "tevoren":

  1. voor de tijd van nu1
    • we hadden hem (van) tevoren gewaarschuwd1

Wiktionary: tevoren


Cross Translation:
FromToVia
tevoren anteriormente; previamente previously — at an earlier time

Verwante vertalingen van tevoren