Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. treden:
  2. tred:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor treden (Nederlands) in het Spaans

treden:

treden werkwoord (treed, treedt, treedde, treedden, getreden)

  1. treden
    hollar; pisar

Conjugations for treden:

o.t.t.
  1. treed
  2. treedt
  3. treedt
  4. treden
  5. treden
  6. treden
o.v.t.
  1. treedde
  2. treedde
  3. treedde
  4. treedden
  5. treedden
  6. treedden
v.t.t.
  1. heb getreden
  2. hebt getreden
  3. heeft getreden
  4. hebben getreden
  5. hebben getreden
  6. hebben getreden
v.v.t.
  1. had getreden
  2. had getreden
  3. had getreden
  4. hadden getreden
  5. hadden getreden
  6. hadden getreden
o.t.t.t.
  1. zal treden
  2. zult treden
  3. zal treden
  4. zullen treden
  5. zullen treden
  6. zullen treden
o.v.t.t.
  1. zou treden
  2. zou treden
  3. zou treden
  4. zouden treden
  5. zouden treden
  6. zouden treden
en verder
  1. ben getreden
  2. bent getreden
  3. is getreden
  4. zijn getreden
  5. zijn getreden
  6. zijn getreden
diversen
  1. treed!
  2. treedt!
  3. getreden
  4. tredend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

treden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de treden (voetstappen; stappen; passen; schreden)
    el pasos
    • pasos [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor treden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pasos passen; schreden; stappen; treden; voetstappen doorgangen; doortochten; overgangen; overtochten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hollar treden
pisar treden belopen; betreden; bewandelen; te voet afleggen

Verwante woorden van "treden":


Verwante definities voor "treden":

  1. stappen of lopen1
    • hij trad langzaam naar voren1

tred:

tred [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tred
    el paso; la manera de andar

Vertaal Matrix voor tred:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manera de andar tred
paso tred afstand; baan; baanvak; bergpas; buitenweg; deur; doorgang; doorloop; doorreis; doortocht; doorvaart; draf; dreef; etappe; gang; gang van een paard; gangpad; geul; landweg; paadje; pad; pas; pasje; passage; portiek; ronde; route; schrede; stap; tekenbreedte; toelating; tournee; traject; trekpad; vaargeul; voetstap; weg

Verwante woorden van "tred":


Wiktionary: tred


Cross Translation:
FromToVia
tred paso; no pas — Le mouvement que fait une personne ou un animal mettre un pied devant l’autre pour marcher.

Verwante vertalingen van treden