Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. troetel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor troetel (Nederlands) in het Spaans

troetel:

troetel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de troetel
    el cariño; la persona muy sociable

Vertaal Matrix voor troetel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cariño troetel beminde; dot; duifje; geliefde; genegenheid; gevoeligheid; gezelschapsdier; hartelijkheid; innigheid; kindlief; lekkertje; liefde; liefje; liefkozing; liefste; lieve; poepje; scharreltje; schat; schatje; schattebout; schatteboutje; schattig kind; scheetje; snoes; snoezepoes; tederheid; toegenegenheid; vriendin; vriendinnetje; vrouwlief; zachtheid
persona muy sociable troetel gezelschapsdier

Verwante woorden van "troetel":