Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tuinieren (Nederlands) in het Spaans

tuinieren:

tuinieren werkwoord (tuinier, tuiniert, tuinierde, tuinierden, getuinierd)

  1. tuinieren (hovenieren)

Conjugations for tuinieren:

o.t.t.
  1. tuinier
  2. tuiniert
  3. tuiniert
  4. tuinieren
  5. tuinieren
  6. tuinieren
o.v.t.
  1. tuinierde
  2. tuinierde
  3. tuinierde
  4. tuinierden
  5. tuinierden
  6. tuinierden
v.t.t.
  1. heb getuinierd
  2. hebt getuinierd
  3. heeft getuinierd
  4. hebben getuinierd
  5. hebben getuinierd
  6. hebben getuinierd
v.v.t.
  1. had getuinierd
  2. had getuinierd
  3. had getuinierd
  4. hadden getuinierd
  5. hadden getuinierd
  6. hadden getuinierd
o.t.t.t.
  1. zal tuinieren
  2. zult tuinieren
  3. zal tuinieren
  4. zullen tuinieren
  5. zullen tuinieren
  6. zullen tuinieren
o.v.t.t.
  1. zou tuinieren
  2. zou tuinieren
  3. zou tuinieren
  4. zouden tuinieren
  5. zouden tuinieren
  6. zouden tuinieren
en verder
  1. ben getuinierd
  2. bent getuinierd
  3. is getuinierd
  4. zijn getuinierd
  5. zijn getuinierd
  6. zijn getuinierd
diversen
  1. tuinier!
  2. tuiniert!
  3. getuinierd
  4. tuinierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tuinieren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. tuinieren
    la jardinería
  2. tuinieren
    la jardinería; la horticultura

Vertaal Matrix voor tuinieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
horticultura tuinieren horticultuur; hovenierskunst; tuinarchitectuur; tuinbouw; tuinbouwkunde; tuiniersvak; tuinwerk
jardinería tuinieren horticultuur; hovenierskunst; tuinbouw; tuiniersvak; tuinsierkunst; tuinwerk
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cuidar el jardín hovenieren; tuinieren
dedicarse a la jardinería hovenieren; tuinieren
practicar la jardinería hovenieren; tuinieren
ser jardinero hovenieren; tuinieren

Verwante woorden van "tuinieren":


Wiktionary: tuinieren


Cross Translation:
FromToVia
tuinieren trabajar el jardín garden — grow plants

tuinieren vorm van tuinier:

tuinier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tuinier (tuinman; hovenier)
    el jardinero

Vertaal Matrix voor tuinier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jardinero hovenier; tuinier; tuinman

Verwante woorden van "tuinier":


Wiktionary: tuinier

tuinier
noun
  1. beroep|nld iemand die beroepsmatig tuinen aanlegt en verzorgt

Cross Translation:
FromToVia
tuinier jardinero; jardinera gardener — one who gardens
tuinier jardinero jardinier — Celui, celle dont le métier est de travailler aux jardins, ou qui cultiver un jardin pour en vendre les produits.